Download alle regels in het engels. Wat u moet weten in het Engels

Hoe ziet de Engelse grammatica eruit per niveau?

In dit bericht zullen we in detail bespreken welke grammatica wordt onderwezen op verschillende niveaus van Engels leren - van beginner tot gevorderd. Laten we voorbeelden van deze grammatica bekijken en een kleine test doen.

Voor het geval dat, wil ik u eraan herinneren dat grammatica slechts één aspect is van het leren van een taal. Noodzakelijk, nuttig, ja. Maar verre van de enige.

En hoe goed zou het zijn - ik heb grammatica geleerd en, overweeg, Engels onder de knie))

Engelse grammatica op niveau

Je zult zien dat dezelfde grammatica vaak op verschillende niveaus wordt herhaald. Lees meer over waarom dit gebeurt in. Kort:

• niet alle grammaticale constructies worden de eerste keer geleerd (herhaling is de moeder van leren)))
• op lagere niveaus worden fenomenen afzonderlijk van elkaar beschouwd, en op hogere niveaus worden ze met elkaar vergeleken
• naarmate het niveau van het Engels verbetert, blijkt dat elke grammaticale constructie nuances en subtiliteiten heeft, waarover verraderlijke leraren voorlopig zwijgen, om geen verwarring te creëren

Engelse grammatica per niveau - in verschillende leerboeken - ziet er ongeveer hetzelfde uit. Daarom zal ik als basis een van de meest populaire leerboeken nemen - Engels bestand.

Trouwens, deze Engelse grammatica op niveau kan een soort test zijn. Kijk eens naar een sectie en kijk of je zinnen met grammaticavoorbeelden begrijpt? Maar - nog belangrijker - gebruik je dergelijke constructies in spraak? Zo niet, dan is het misschien nog niet jouw niveau. Zo ja, ga naar het volgende niveau en doe hetzelfde.

Engelse grammatica per niveau - een korte weg naar de gewenste sectie:

Grammatica niveau Beginner / Starter

Op het beginnersniveau gaan de basisprincipes door - de eenvoudigste constructies. Tegelijkertijd - en het belangrijkste, omdat alle complexe grammatica van hogere niveaus erop gebaseerd zal zijn.

Op dit niveau wordt veel aandacht besteed aan vormen - nogmaals, om een ​​zeker automatisme te bereiken in simpele dingen zoals ik ben, jij bent, hij is. Grammaticaconstructies op beginnersniveau worden meestal afzonderlijk van elkaar behandeld om verwarring van vergelijkingen en nuances te voorkomen.

Elementaire grammatica

Het elementaire niveau lijkt erg op het vorige niveau. Ik zal meer zeggen, vaak in plaats van Beginner, nemen mijn studenten en ik meteen Elementary over, we nemen het gewoon wat zorgvuldiger door.

Grammatica Elementair herhaalt bijna één op één de grammatica van het vorige niveau.

Pre-intermediate grammatica

Op het Pre-intermediate niveau beginnen ze al verschillende ontwerpen met elkaar te vergelijken en de nuances te ontdekken. Waarom is ergens beter om te zeggen? Ik studeer economie, en ergens Ik studeer economie.

Grammatica op gevorderd niveau

Op Intermediair niveau vergelijken ze ook reeds bekende fenomenen met elkaar en natuurlijk bestuderen ze nieuwe.

Bovengemiddelde grammatica

Door het gevorderde niveau van Upper-intermediate zijn de basisprincipes van de basis meestal verlicht.De basis is al voltooid. Het blijft om ze een beetje te herhalen en verder te gaan met de interessante en subtiliteiten van grammatica.

Geavanceerde grammatica

Dat is allemaal Engelse grammatica per niveau.

Eindigt de Engelse grammatica echt na het niveau Gevorderd? Nee, natuurlijk)) Als je naar de niveaus kijkt, is er ook het niveau Proficiency, maar de lijnen van conversatiecursussen eindigen echt op het niveau Advanced.

Misschien is dit omdat:

• zelfs een ambitieuze Engelse gebruiker heeft zelden een niveau hoger dan Advanced nodig (om nog maar te zwijgen van de gemiddelde leerling die stopt in het Intermediate-gebied)
• op hoog niveau weten mensen al hoe ze zelf de benodigde authentieke materialen kunnen vinden en hun eigen leerproces kunnen organiseren
• op hoog niveau denken velen na over een meer praktisch en gericht gebruik van het Engels - bijvoorbeeld voorbereiding op internationale examens (IELTS, TOEFL en andere) of gespecialiseerde cursussen in een beroep

En er zijn nog steeds veel subtiliteiten, zelfs na het Advanced-niveau!

Hoe vind je Engelse grammatica per niveau?

Is het je gelukt om je niveau ermee te bepalen? Deel in de reacties!

We presenteren u het eerste artikel in de serie "Engelse grammatica voor beginners". In deze reeks materialen hebben we besloten om alle regels kort en in eenvoudige bewoordingen te vermelden, zodat beginners of degenen die de basis van het Engels niet goed onthouden, zelfstandig de grammatica kunnen begrijpen, begrijpen en toepassen in de praktijk.

Meervoud in het Engels

In het Engels, net als in het Russisch, zijn alle woorden verdeeld in telbaar en ontelbaar. Dit is belangrijk om te begrijpen bij het vormen van het meervoud van een woord. Telbare zelfstandige naamwoorden geven de items aan die kunnen worden geteld, bijvoorbeeld: tafel (tafel), boek (boek), appel (appel). Ontelbare zelfstandige naamwoorden zijn abstracte concepten, vloeistoffen, producten, enz., dat wil zeggen, iets dat niet kan worden geteld. Bijvoorbeeld: kennis (kennis), water (water), vlees (vlees), meel (meel). Deze woorden hebben geen meervoud of enkelvoud.

Telbare zelfstandige naamwoorden kunnen in enkelvoud en meervoud worden gebruikt. Een enkelvoudig zelfstandig naamwoord duidt één object aan, dit is de vorm van het woord dat in het woordenboek wordt aangegeven: appel - appel. Het meervoud duidt verschillende objecten aan: appels - appels.

Hoe het meervoud van zelfstandige naamwoorden wordt gevormd:

Meestal wordt het meervoud van zelfstandige naamwoorden gevormd door de uitgang -s toe te voegen aan het woord: boek - boeken (boek - boeken). Er zijn echter verschillende spellingskenmerken:

• Als het woord eindigt op -o, -s, -ss, -sh, -ch, -x, voeg dan de uitgang -es toe: held - helden (held - helden), bus - bussen (bus - bussen).

  Uitzonderingen: foto - foto's (foto - foto's), video - video's (video-opname - video-opnames), radio - radio's (radio - meerdere radio's), neushoorn - neushoorns (neushoorn - neushoorns), piano - piano's (piano - meerdere piano's), nijlpaard - nijlpaarden (kolos - nijlpaarden).

• Als het woord eindigt op -f, -fe, verander dan het einde in -ves: mes - messen (mes - messen), blad - bladeren (blad - bladeren), vrouw - echtgenotes (vrouw - echtgenotes).

  Uitzonderingen: dak - daken (dak - daken), giraf - giraffen (giraf - giraffen), klif - kliffen (klif - kliffen).

• Als het woord eindigt op -y, voorafgegaan door een medeklinker, dan veranderen we -y in -ies: lichaam - lichamen (lichaam - lichamen).
• Als het woord eindigt op -y, voorafgegaan door een klinker, voeg dan de uitgang -s toe: jongen - jongens (jongen - jongens).

In het Engels is er uitzonderingswoorden, die het meervoud vormen, niet volgens de regels. Zulke woorden moet je gewoon uit je hoofd leren, gelukkig zijn er niet veel van.

Probeer onze quiz om te zien hoe goed je de stof hebt geleerd.

Engelse meervoudstest

Artikelen in het Engels

Er zijn twee soorten lidwoorden in het Engels: bepaald en onbepaald. Ze zijn niet vertaald in het Russisch. In de overgrote meerderheid van de gevallen moet een van deze lidwoorden voor een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud worden geplaatst.

Het onbepaalde lidwoord a/an wordt alleen gebruikt bij enkelvoud telbare zelfstandige naamwoorden: een meisje (meisje), een pen (pen). Als het woord begint met een medeklinker, schrijven we het lidwoord a (een meisje), en als het woord begint met een klinker, schrijven we het lidwoord an (een appel).

Het onbepaalde lidwoord a/an wordt gebruikt in de volgende gevallen:

• We noemen elk een soort onbepaald object, en we hebben er maar één, dus gebruiken we het lidwoord a, dat van het woord één (één) komt:

  Het is a boek. - Dit is een boek.

• We noemen het onderwerp eerst in een toespraak:

  ik snap het a winkel. - Ik zie (sommige, een van de vele) winkels.

• We praten over het beroep van een persoon of geven aan dat hij tot een bepaalde groep behoort:

  Hij is a docent. - Hij is leraar.
  Zij is a leerling. - Ze is een student.

We plaatsen het bepaald lidwoord als we het hebben over een specifiek onderwerp dat ons bekend is. Dit artikel kan voor een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud of meervoud staan.

Het bepaald lidwoord de wordt gebruikt in de volgende gevallen:

• We hebben het onderwerp al eerder in onze toespraak genoemd:

  Ik zie een winkel. De winkel is groot. - Ik zie een winkel. (Deze) winkel is groot.

  Er wordt aangenomen dat het bepaald lidwoord afkomstig is van het woord dat (dat), daarom is het bedoeld om te verwijzen naar een specifiek object dat bekend is bij de gesprekspartners.

• We hebben het over een object dat in deze context uniek is, het kan niet worden verward met iets anders:

  Schat, ik ben aan het wassen de auto. - Schat, ik ben de auto aan het wassen. (er is één auto in de familie, dus we hebben het over een specifiek onderwerp)
  kijk naar de meisje binnen de rode jurk. - Kijk naar het meisje in de rode jurk. (we wijzen naar een specifiek meisje in een specifieke jurk)

• We hebben het over een uniek object, er is geen ander zoals het: de zon, de maan, de wereld, de president van Frankrijk, enz.:

  De aarde is ons thuis. - De aarde is ons thuis.

werkwoord zijn

Er is altijd een werkwoord in een Engelse zin. En als we in het Russisch kunnen zeggen: "Ik ben een dokter", "Mary is mooi", "We zijn in het ziekenhuis", dan is dit in het Engels onaanvaardbaar: in al deze gevallen moet het onderwerp worden gevolgd door het werkwoord to be . Daarom kun je een eenvoudige regel onthouden: als er geen gewone werkwoorden in de zin staan, is het werkwoord to be nodig.

Het werkwoord zijn heeft drie vormen:

• Am wordt toegevoegd aan het voornaamwoord I als we het over onszelf hebben:

  l ben mooi. - Ik ben mooi.

• Staat achter de voornaamwoorden hij, zij, het:

  Zij is mooi. - Ze is mooi.

• Are wordt gebruikt na u, wij, zij:

  Jij zijn mooi. - Jij bent knap.

Het werkwoord to be in het Engels wordt het vaakst gebruikt in de volgende gevallen::

• We informeren jou door wie is een persoon (naam, beroep, enz.):

  l ben een dokter. - Ik ben een dokter.

• We informeren jou wat een persoon of object bezit een eigenschap:

  Maria is mooi. - Maria is mooi.

• We informeren jou waar er is een persoon of object:

  Wij zijn in het ziekenhuis. - We zijn in het ziekenhuis.

Zinnen met het werkwoord in de tegenwoordige tijd zijn als volgt opgebouwd:

We denken dat je nu klaar bent om de test te doen en je kennis te testen.

Test voor het gebruik van het werkwoord zijn

Present Continuous Tense - tegenwoordige continue tijd

Present Continuous Tense laat meestal zien dat de actie op dit moment plaatsvindt.

Elke Engelse zin heeft een onderwerp en een predikaat. In Present Continuous bestaat het predikaat uit het hulpwerkwoord in de vereiste vorm (am, is, are) en het hoofdwerkwoord zonder het partikel, waaraan we de uitgang -ing toevoegen (spelen, lezen).

Zij speelt nu tennissen. - Ze is nu Toneelstukken te tennissen.
l aan het lezen momenteel een roman. - Ik ben op het moment ik lees roman.

Het werkwoord in deze tijd zijn is een hulpwerkwoord, dat wil zeggen, het is een woord dat voor het hoofdwerkwoord (spelen, lezen) komt en helpt om de tijd te vormen. Je zult hulpwerkwoorden in andere tijden tegenkomen, dit soort werkwoorden zijn onder meer zijn (am, is, are), do/does, have/haves, will.

Let op het volgende: woorden-indicatoren van tijd Present Continuous: nu (nu), op dit moment (op dit moment), vandaag (vandaag), vanavond (vanavond), deze dagen (deze dagen), tegenwoordig (deze dagen), op dit moment (momenteel), nog steeds (nog steeds).

Bevestigende zinnen in de tegenwoordige ononderbroken tijd worden als volgt gevormd:

Meestal hoef je op dit moment alleen de uitgang -ing toe te voegen aan het hoofdwerkwoord: lopen - wandelen (lopen), kijken - kijken (kijken). Maar sommige werkwoorden veranderen als volgt:

• Als het werkwoord eindigt op -e, verwijderen we -e en voegen we -ing toe: schrijven - schrijven (schrijven), dansen - dansen (dansen).

  Uitzondering: zien - zien (zien).

• Als het werkwoord eindigt op -ie, veranderen we -ie in -y en voegen we -ing toe: lie - liegen (liegen), sterven - sterven (sterven).
• Als het werkwoord eindigt op een beklemtoonde lettergreep met een korte klinker die tussen twee medeklinkers staat, wordt de laatste medeklinker verdubbeld wanneer -ing wordt toegevoegd: begin - begin (beginnen), zwemmen - zwemmen (zwemmen).

In negatieve zinnen in de Present Continuous hoef je alleen maar het deeltje niet tussen te zijn en het hoofdwerkwoord in te voegen.

Zij kookt niet momenteel. - Ze is momenteel kookt niet.
Jij luisteren niet nu voor mij. - Jij luister niet ik nu.

In vragende zinnen in Present Continuous moet je het werkwoord op de eerste plaats zetten en daarna het onderwerp en het hoofdwerkwoord.

Is zij Koken momenteel? - Zij is treinen Momenteel?
Zijn jij luisteren nu tegen mij? - Je hebt me nu luisteren?

En nu bieden we aan om een ​​test te doen over het gebruik van Present Continuous-tijd.

Test voor het gebruik van Present Continuous

We hebben u de eerste 5 basisonderwerpen van de Engelse taal gepresenteerd. Nu is het jouw taak om ze grondig te begrijpen en ze zo productief mogelijk uit te werken met behulp van oefeningen. Om je niet meteen met een grote hoeveelheid grammatica te belasten, zullen we over een paar weken het volgende artikel in deze serie publiceren. Schrijf je in op onze nieuwsbrief, dan mis je zeker geen belangrijke informatie. We wensen je veel succes met het leren van Engels!

Alles in ons leven is onderhevig aan regels, en dat geldt ook voor taalfenomenen. Het ongrijpbare Engels kan nog steeds in het net worden gevangen en in het geheugen worden geplaatst.

Als je een taal begint te leren, vraag je je nog steeds af waar je moet beginnen of hoe je het het beste kunt onthouden. Om te leren lezen, schrijven en spreken is het niet voldoende om alleen het woordenboek uit het hoofd te leren. Elk woord is immers met elkaar verbonden, ze worden onder invloed van elkaar gewijzigd. Kennisgemaakt met de basisregels van de Engelse taal, als je ze onder de knie hebt, zul je niet alleen de 'ziel' van buitenlandse spraak begrijpen, maar ook leren hoe je jezelf logisch en correct kunt uitdrukken. Het belangrijkste doel van training is immers om te leren communiceren en geen taalbarrières te voelen.

Allemaal Engelse taalregels voorwaardelijk in groepen verdeeld. Laten we er een paar bekijken.

Inleiding tot het Engels Grammatica het is beter om te beginnen met de studie van woordsoorten: zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, werkwoord en bijwoord. Bijzonder moeilijk zijn tijdelijke groepen, die, in tegenstelling tot de Russische, veel groter zijn. Het Engels drukt het verlangen, de mogelijkheid en het vermogen om te handelen uit met behulp van modale werkwoorden, en Russische deel- en deelwoordzinnen worden in het Engels vertaald door middel van onpersoonlijke vormen van het werkwoord.

Uw toespraak zal niet volledig genoeg zijn als u niet vertrouwd raakt met de cijfers en niet leert hoe u de datum, het jaar en de tijd correct kunt noemen. In communicatie brengen we voortdurend de spraak van de ene persoon naar de andere over. Dit is onderworpen aan de regels van directe en indirecte spraak, die niet alleen spellingskenmerken hebben, maar ook tijdelijke veranderingen. Zo'n ongebruikelijk woordsoort, een beetje vreemd aan de Russische spreker, zoals het artikel, speelt een van de hoofdrollen in het taalvacuüm van de Engelse taal. Welnu, specerijen kunnen voegwoorden, voorzetsels en deeltjes worden genoemd die spraak transformeren, expressiviteit en expressiviteit geven.

Op een aparte regel kunt u regels van de Engelse taal weergeven als: . In tegenstelling tot de Russische taal zijn Engelse leestekens niet zo moeilijk, maar zonder hen is het onmogelijk om een ​​competente brief of essay te schrijven.

Om uw toespraak in het Engels begrijpelijk te maken, zult u veel tijd moeten besteden fonetiek en fonetische regels. Het zijn er niet veel, maar je moet nog alle lettercombinaties en hun leesnormen leren.

VAN lexicale kant de taal moet ook worden verrijkt. En dit is niet alleen het aanvullen van de woordenschat, maar ook het vermogen om zinnen correct op te bouwen, korte antwoorden te geven, een duidelijke verklaringsstructuur te gebruiken, idiomen en werkwoorden te bestuderen.

De basisregels van de Engelse taal zijn te vinden in elk grammaticaboek, maar elk ervan wordt op een andere manier gepresenteerd.

Natuurlijk kun je eindeloos praten over de regels van de Engelse taal, want die zijn er eigenlijk heel veel. Alles in één keer pakken is het niet waard, evenals vastlopen op één ding. Leer en verbeter de taal in een complex: zowel van de grammaticale, als van de lexicale, en van de fonetische kanten.

Engelse grammatica voor beginners lijkt iets ondraaglijks te zijn. Artikelen, voornaamwoorden, werkwoorden - de Engelse taal heeft een groot aantal regels die niet zo gemakkelijk over te zetten zijn naar het Russisch. Dit roept twijfels op, maar is het de moeite waard om te beginnen? Is het de moeite waard om in de Engelse grammatica te duiken zonder een zekere zekerheid dat je het onder de knie kunt krijgen? Nee, met zo'n instelling kom je zeker niet ver in de studeerkamer. Daarom is het belangrijk om alle twijfels en stereotypen te negeren. Geloof me, Engelse grammatica kan je zelf en in de kortst mogelijke tijd leren. Het enige dat van u wordt gevraagd, is standvastigheid en doorzettingsvermogen, en wij zullen u met al het andere helpen.

Laten we eerst eens kijken wat de grammatica van deze taal is. De Engelse grammatica of Engelse grammatica is een verzameling van alle regels die betrekking hebben op voorzetsels, voorvoegsels, woordsoorten, typen Engelse werkwoorden en hun tijden, zinsdelen, enzovoort.

In eenvoudige woorden, alles wat in de Engelse taal is, is de grammatica. Dienovereenkomstig is een veelgestelde vraag over het leren van grammatica , heeft een heel eenvoudig antwoord: om Engelse grammatica te leren, hoef je alleen maar de taal te leren. Het is natuurlijk niet mogelijk om alle nuances in één artikel te analyseren. Welnu, zelfs boeken waarin ze beloven je de hele grammatica van de Engelse taal vanaf het begin te laten zien met oefeningen, in feite zullen ze je nooit over de hele grammatica vertellen. Daarom hebben we alleen de meest elementaire regels verzameld die het meest geschikt zijn voor beginners.

Hoe kun je Engelse grammatica leren zonder zelfs maar de uitspraakregels te kennen. Laten we met hen beginnen. De regels voor het lezen van brieven in het Engels is een vrij uitgebreid onderwerp, omdat met een bepaalde combinatie hun uitspraak kan veranderen. Laten we echter niet te diep ingaan op de standaarduitspraak van letters, die trouwens in het Engels 26 zijn. Bij het beheersen van het onderwerp uitspraak wordt speciale aandacht besteed aan transcriptie, die in de regel in het vierkant wordt aangegeven haakjes:

Engelse grammatica: artikelen

Bij het bestuderen van Engelse grammatica kan er veel verwarring zijn met, omdat ze geen analogen in het Russisch hebben. Artikelen worden meestal gebruikt met zelfstandige naamwoorden om aan te geven of de verwijzing naar een specifiek object (die tas) of naar een onbepaald object ((een) persoon) is. In totaal zijn er 3 soorten artikelen:

1. Nul artikel of de afwezigheid ervan:

1. Het onbepaalde lidwoord a / an, dat wordt gebruikt wanneer je niet op een specifiek ding let, maar gewoon over het onderwerp als geheel praat. Het onbepaalde lidwoord wordt ook gebruikt wanneer je voor het eerst iets tegen iemand zegt:

Merk op dat als het zelfstandig naamwoord of bijvoeglijk naamwoord dat het beschrijft met een medeklinker begint, het lidwoord "a" wordt gebruikt, en indien met een klinker, "an".

1. Het bepaald lidwoord de, het uitdrukken van specifieke objecten:

In spraak worden ze constant tegengekomen, dus zorg ervoor dat je herinneren.

Zelfstandige naamwoorden in Engelse grammatica

Engelse grammatica begint heel vaak met zelfstandige naamwoorden. Misschien komt dit omdat Engelse zelfstandige naamwoorden veel gemeen hebben met Russische. Bijvoorbeeld:

• ze zijn ook onderverdeeld in eigen en zelfstandige naamwoorden:

• kan in getallen veranderen en het meervoud vormen met de uitgang -s (-es):

• gevallen hebben, hoewel hun aantal beperkt is tot slechts twee:

• vervul de rollen van alle leden van het voorstel, voorbeelden:

Het verschil ligt in het feit dat, in tegenstelling tot de Russische taal, Engelse zelfstandige naamwoorden niet van geslacht veranderen. Alleen voornaamwoorden hebben het.

Engelse grammatica: voornaamwoorden

Voornaamwoorden in het Engels zijn onderverdeeld in 9 subgroepen, maar de meest populaire zijn terecht persoonlijke voornaamwoorden. Ze veranderen in naamvallen, tijden en getallen:

Engelse grammatica: werkwoorden

Het werkwoord in het Engels is misschien wel het belangrijkste deel van de spraak. Het kan persoonlijk of onpersoonlijk zijn. Persoonlijke werkwoorden omvatten die werkwoorden die bij alle personen en te allen tijde worden gebruikt. Ze kunnen zowel in actieve als passieve stemmen worden gebruikt:

Onpersoonlijk zijn gerund, infinitief en deelwoord:

Zowel regelmatige als onregelmatige werkwoorden hebben 3 vormen. De juiste worden als volgt gevormd:

Onjuiste hebben 3 individuele vormen die moeten worden onthouden, bijvoorbeeld:

Het is noodzakelijk om al deze vormen te kennen, omdat met behulp hiervan de vorming van gespannen werkwoordsvormen plaatsvindt.

Bovendien hebben werkwoorden drie stemmingen:

Bijzondere aandacht moet worden besteed aan modale werkwoorden. Modale werkwoorden zijn werkwoorden die niet op zichzelf worden gebruikt. Ze zijn nodig om de houding van de spreker ten opzichte van enige actie te tonen. Enkele van de meest gebruikte modale werkwoorden zijn:

Engelse grammatica: bijvoeglijke naamwoorden

Een bijvoeglijk naamwoord in het Engels duidt een teken van een object aan en beantwoordt de vragen "wat?" en "van wie?". In eenvoudige bewoordingen wordt het gebruikt om objecten en personen te beschrijven. Volgens hun structuur zijn bijvoeglijke naamwoorden verdeeld in 3 groepen:

Deze en andere bijvoeglijke naamwoorden kunnen in 3 graden van vergelijking worden gebruikt:

Engelse grammatica: bijwoorden

De beschrijvende functie is ook kenmerkend voor bijwoorden, die verantwoordelijk zijn voor de uitdrukking van het teken van actie. Het is van verschillende soorten:

Ze kunnen ook graden van vergelijking hebben:

Engelse grammatica: cijfers

Cijfers, zoals in het Russisch, zijn kwantitatief en ordinaal:

Behalve de eerste 3 cijfers, worden de rest van de rangtelwoorden gevormd met -th (-eth). In Engels rangtelwoorden kunnen worden geschreven met een cijfer en de laatste twee letters van de uitgang: tweede - 2e, negende - 9e, zestiende - 16e enzovoort.

Engelse grammatica: tussenwerpsels

Het is onmogelijk om het onafhankelijke deel van de spraak niet op te merken, waarvan het gebruik helpt om emoties en gevoelens over te brengen, namelijk tussenwerpsels. Ze kunnen worden onderverdeeld in 3 groepen:

Service woordsoorten

De dienstonderdelen van de Engelse grammatica worden vrij vaak gebruikt. Laten we er een paar bekijken:

• Vakbonden verbinden leden van een zin, evenals eenvoudige zinnen als onderdeel van een complexe. Door structuur zijn ze onderverdeeld in:

Volgens hun functies zijn ze onderverdeeld in coördinerend en ondergeschikt:

• Voorzetsels worden minstens zo vaak gebruikt als voegwoorden. Volgens hun structuur zijn ze verdeeld in exact dezelfde groepen:

Naast hun hoofddoel worden voorzetsels altijd gebruikt met de volgende werkwoorden:

• Deeltjes zijn een ander dienstonderdeel van spraak. Er zijn 5 soorten deeltjes in het Engels:

Engelse grammatica: woordvolgorde in een zin

Zinnen in het Engels zijn bevestigend, ontkennend en vragend. Ze zijn als volgt gebouwd:

Volgens deze tabellen worden er op elk moment aanbiedingen gedaan.

Engelse grammatica: tijden

Er zijn 12 tijdelijke vormen in het Engels, die worden gevormd met behulp van 3 tijden en 4 tijdelijke typen:

Als je deze vormen kent, kun je alle zinnen vormen.

Engelse grammatica: soorten zinnen

Trouwens, over de voorstellen. Net als in het Russisch zijn Engelse zinnen verdeeld in eenvoudig en complex. Complexe zijn onderverdeeld in samengesteld en complex.

Het is vermeldenswaard dat, ondanks het feit dat de meeste zinnen in het Engels volledig zijn, het gebruik van onvolledige zinnen ook acceptabel is. In de regel wordt deze optie gebruikt in de omgangstaal, dus dit is eerder een praktische grammatica van de Engelse taal:

Dit waren de basisregels van de grammatica. Het is natuurlijk onmogelijk om al het materiaal hier te passen, helaas. Als u echter in ieder geval de genoemde regels van de Engelse taal kent, zult u zich tijdens het gesprek al behoorlijk zelfverzekerd voelen. Wat betreft gesprekken. Een verzameling Engelse oefeningen of een andere versie van beschrijvende informatie is natuurlijk goed. Maar geloof me, de praktische grammatica van de Engelse taal is onvergelijkbaar in zijn effectiviteit. Door te communiceren kunnen taalleerders veel meer leren dan door achter een boek te zitten. Aarzel daarom niet om met native speakers te communiceren.

Stel je voor dat je nu iets compleet nieuws voor jezelf moet beginnen. Kruip bijvoorbeeld achter het stuur van een auto, bak voor de eerste keer taarten, baad een pasgeboren baby in een bad. Waar ga je mee beginnen? Opties:

1. Ik neem het en doe het, wat is het probleem.
2. Ik lees eerst op internet of in boeken hoe dat gaat.
3. Bel een vriend met ervaring in deze kwestie.
4. Hulp vanuit de hal (ik zal een ander vragen).
5. Leer van een professional.
6. Ik zal het niet doen.

De optie die je kiest kenmerkt jou heel duidelijk. Als we het hebben over Engelse grammatica, dan wordt, afhankelijk van de methode die u hierboven verkiest, het volgende verwacht:

1. Bugaga (de leraren en de Engelsen lachen, die je in het Engels hebben horen praten).
2. Door hier geduld en tijd aan toe te voegen, leert u zelf alle regels.
3. Voeg daarbij het geduld van een vriend en zijn tijd, je leert alle regels onder zijn leiding.
4. Je leert niets, maar je luistert naar hoe anderen het doen.
5. Als je hier geld aan toevoegt, leer je alle regels.
6. Je kunt gaan skiën, vrienden ontmoeten in een café, slapen, eten - over het algemeen is het leven goed.

Zoals je kunt zien, heb je in theorie maar drie dingen nodig om de Engelse grammatica te begrijpen: een bron van regels, tijd en geduld. De eerste wordt u in deze artikelen aangeboden, maar de andere twee componenten zult u zelf moeten oplossen.

Zo geven we je een hengel en vang je zelf de vis. Wat is de schoonheid van onze hengel? Het is lichtgewicht, comfortabel en gemakkelijk te gebruiken. We zullen je niet overladen met vreselijke grammaticale termen, je kwellen met lange lijsten, flikkerende pijlen, diagrammen op een A4-spread en andere trucs waar sommige Engelse leraren bang voor zijn.

Er is niets bijzonder moeilijks in de Engelse grammatica, in tegenstelling tot veel andere Europese talen (om nog maar te zwijgen van Oosters en Afrikaans). Je kunt deze artikelen gewoon lezen als een fictieboek. Zelfs als je het minimum onder de knie hebt, zul je aan de finish merken dat je de meeste regels bezit die voorheen ondraaglijk leken.

Laten we als voorbeeld al iets doen in het inleidende gedeelte. Waar bestaat spraak uit? Van zinnen. Wat is een zin? Van suggesties. Waar bestaat het aanbod uit? Hou op! Even verduidelijken: waar bestaat de ENGELS zin uit? Onderwerp en predikaat. Meestal is dit een zelfstandig naamwoord en een werkwoord (zeg alleen niet dat je deze woorden niet meer herinnert): de hond rent, de voorbijganger schreeuwt, de hond blaft, de eigenaar schreeuwt. Toegegeven, een zelfstandig naamwoord kan met succes worden vervangen door een voornaamwoord: ze rent, jij schreeuwt, ze blaft, ik schreeuw.

U hebt zojuist geluisterd naar een overzichtslezing over woordsoorten. Wat herinner je je? De woorden "zelfstandig naamwoord" en "werkwoord" zijn voor jou in ieder geval al geassocieerd met grammatica, en niet met koken of bouwwerkzaamheden. En meer is niet nodig. Ben je klaar om in hetzelfde ritme verder te gaan?

Volg me Volg me).

Delen van meningsuiting:

1. Cijfers(Het cijfer)
1.1 Hoofd- en rangtelwoorden
2. Voornaamwoorden(Het voornaamwoord)
2.1 Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
2.2 Aanwijzende en negatieve voornaamwoorden
2.3 Onbepaalde en wederkerende voornaamwoorden

5. Bijvoeglijk naamwoord(Het bijvoeglijk naamwoord)
5.1 Vergelijkingen van bijvoeglijke naamwoorden

7. Zelfstandig naamwoord(Het zelfstandig naamwoord)
7.1 Zelfstandig naamwoord in het Engels. zelfstandig naamwoord classificatie

8. Werkwoord(Het werkwoord)
8.1 Werkwoorden in het Engels. Algemene informatie over werkwoorden
8.2 Regelmatige en onregelmatige Engelse werkwoorden
8.3 Semantische en hulpwerkwoorden
8.4 Modale en koppelwerkwoorden