Speekselklieren, samenstelling, eigenschappen en betekenis van speeksel. Eiwitsamenstelling van gemengd menselijk speeksel: mechanismen van psychofysiologische regulatie Speeksel desinfecteert

In de mondholte bevinden zich veel kleine speekselklieren in het slijmvlies van de lippen, wangen, tong, gehemelte, enz. (Fig. nr. 241). Door de aard van de secretie die wordt uitgescheiden, worden ze onderverdeeld in eiwit, of sereus (produceert een geheim dat rijk is aan eiwitten en bevat geen slijm - mucine), slijm (produceert een geheim dat rijk is aan mucine) en gemengd, of eiwit-slijm (produceert een eiwit-slijmgeheim). Naast de kleine klieren monden de kanalen van drie paar grote speekselklieren buiten de mondholte uit in de mondholte: parotis, submandibulaire en sublinguaal.

parotisklier- de grootste van de speekselklieren. De massa is 25 g en bevindt zich in de fossa retromaxillaire voor en onder het uitwendige oor. Het uitscheidingskanaal (stenonkanaal) opent voor de mond ter hoogte van de tweede bovenmolaar. Wijst een sereus geheim toe dat veel water, eiwitten en zouten bevat.

submandibulaire klier is de op één na grootste speekselklier. Het gewicht is 15 g en bevindt zich in de submandibulaire fossa. Het uitscheidingskanaal van deze klier opent in de mondholte onder de tong. Produceert een eiwit-slijmgeheim.

sublinguale klier- klein, met een gewicht van ongeveer 5 g, bevindt zich onder de tong op de maxillofaciale spier en wordt bedekt door het mondslijmvlies. Er zijn verschillende uitscheidingskanalen (10-12). De grootste hiervan, de grote ductus sublingualis, opent samen met de ductus submandibular onder de tong. Het scheidt een eiwit-slijmgeheim af.

Elke speekselklier ontvangt dubbele innervatie van de parasympathische en sympathische afdelingen van het autonome zenuwstelsel. Parasympathische zenuwen gaan naar de klieren als onderdeel van de gezichtszenuwen (VII-paar) en glossofaryngeale (IX-paar) zenuwen, sympathisch - van de plexus rond de externe halsslagader. Subcorticale centra van parasympathische innervatie van de speekselklieren bevinden zich in de medulla oblongata, sympathisch - in de laterale hoorns van II-VI thoracale segmenten van het ruggenmerg. Wanneer de parasympathische zenuwen worden gestimuleerd, scheiden de speekselklieren een grote hoeveelheid vloeibaar speeksel af, terwijl de sympathische klieren een kleine hoeveelheid dik, stroperig speeksel afscheiden.

Speeksel is een mengsel van afscheidingen van grote en kleine speekselklieren van het mondslijmvlies. Dit is het eerste spijsverteringssap. Het is een transparante vloeistof, die zich in draden uitrekt, een licht alkalische reactie

(pH - 7,2). De dagelijkse hoeveelheid speeksel bij een volwassene is van 0,5 tot 2 liter.

Speeksel bevat 98,5-99% water en 1-1,5% organische en anorganische stoffen. Van de anorganische stoffen bevat speeksel kalium, chloor - elk 100 mg%, natrium - 40 mg%, calcium - 12 mg%, enz.

Van de organische stoffen in speeksel zijn er:

1) mucine - een slijmerige eiwitsubstantie die speekselviscositeit geeft, de voedselklomp plakt en glad maakt, waardoor het gemakkelijker wordt om te slikken en de knobbel door de slokdarm te laten gaan; een grote hoeveelheid mucine in de mondholte wordt voornamelijk uitgescheiden door kleine speekselklieren van het mondslijmvlies;

2) enzymen: amylase (ptyaline), maltose, lysozym.

Voedsel blijft korte tijd in de mondholte: 15-20-30 s.

Functies van speeksel:

1) spijsvertering;

2) excretie (excretie) - scheidt stofwisselingsproducten, medicinale en andere stoffen af;

3) beschermend - het witwassen van irriterende stoffen die de mondholte zijn binnengekomen;

4) bacteriedodend (lysozym);

5) hemostatisch - vanwege de aanwezigheid van tromboplastische stoffen erin.

Speeksel l Speeksel (speeksel)

het geheim van de speekselklieren, uitgescheiden in. Normaal gesproken, bij een volwassene, tot 2 ik speeksel. De secretiesnelheid van S. is ongelijk: deze is minimaal tijdens de slaap (minder dan 0,05 ml per minuut), wanneer wakker buiten de maaltijd is ongeveer 0,5 ml per minuut, met stimulatie van speekselvloed C. stijgt tot 2,3 ml per minuut.

Mixed S. is een viskeuze (vanwege de aanwezigheid van glycoproteïnen) vloeistof met een soortelijk gewicht van 1001 tot 1017. De troebelheid van een deel van S. wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van cellulaire elementen. Fluctuaties in de pH van speeksel hangen af ​​van de hygiënische toestand van de mondholte, de aard van het voedsel en de snelheid van secretie (bij een lage secretiesnelheid verschuift de pH van speeksel naar de zure kant en wanneer speeksel wordt gestimuleerd , het verschuift naar de alkalische kant).

Ongeveer 99,5% van het speeksel bestaat uit water, waarin organische en minerale stoffen zijn opgelost. De belangrijkste organische stoffen van S. worden gesynthetiseerd in de speekselklieren (sommige glycoproteïnen, mucinen, klasse A) en daarbuiten. Sommige eiwitten van C. zijn van serumoorsprong (bepaalde enzymen, albuminen, β-lipoproteïnen, immunoglobulinen van de klassen G en M, enz.). De meeste mensen in S. bevatten groepsspecifieke, overeenkomend met bloedantigenen. Het vermogen om te scheiden als onderdeel van S. is geërfd. Specifieke eiwitten werden gevonden in speeksel - salivoproteïne, dat de afzetting van fosforcalciumverbindingen op de tanden bevordert, en fosfoproteïne, een calciumbindend eiwit met een hoge affiniteit voor hydroxyapatiet, dat betrokken is bij de vorming van tandsteen en tandplak.

De belangrijkste enzymen van S. zijn (α-amylase), dat polysachariden omzet in di- en monosachariden, en α-glycosidase, of , dat maltose en sucrose afbreekt. In speeksel werden ook lipasen, fosfatasen, enz. gevonden In gemengde S. zijn de esters, vrije esters, glycerofosfolipiden (oestrogeen, testosteron), verschillende en andere stoffen ook in kleine hoeveelheden aanwezig.

De minerale stoffen waaruit S. bestaat, worden weergegeven door anionen van chloriden, bromiden, fluoriden, jodiden, fosfaten, bicarbonaten, natriumkationen, kalium, calcium, magnesium, koper, strontium, enz.

Door vast voedsel te bevochtigen en zacht te maken, zorgt S. voor de vorming van een voedselbolus en vergemakkelijkt het doorslikken van voedsel. Na impregnatie ondergaat S. reeds in de mondholte een eerste chemische behandeling, waarbij ze gedeeltelijk worden gehydrolyseerd door α-amylase tot dextrines en maltose. Het oplossen van de chemicaliën waaruit voedsel bestaat in speeksel draagt ​​bij aan de smaakperceptie door de smaakanalysator. S. heeft een beschermende functie door het mondslijmvlies te zuiveren van bacteriën en hun stofwisselingsproducten, voedselresten en afval. De immunoglobulinen en het lysozym in C. spelen ook een beschermende rol. Als gevolg van de secretoire activiteit van de grote en kleine speekselklieren wordt de mond bevochtigd, wat een noodzakelijke voorwaarde is voor de implementatie van bilateraal transport van chemicaliën tussen het mondslijmvlies en het speeksel.

De hoeveelheid, chemische samenstelling en eigenschappen van S. variëren afhankelijk van de aard van de veroorzaker van secretie (bijvoorbeeld het soort voedsel dat wordt ingenomen) en de snelheid van secretie. Dus bij het eten van koekjes, snoep in gemengde S. neemt het niveau van glucose en lactaat tijdelijk toe; wanneer de speekselvloed wordt gestimuleerd in S., stijgen natrium en bicarbonaten sterk, verandert het gehalte aan kalium en jodium niet of lichtjes, in S. zijn er meerdere malen meer thiocyanaten bij rokers dan bij niet-rokers. De chemische samenstelling van S. is onderhevig aan dagelijkse schommelingen, het is ook afhankelijk van de leeftijd (bij ouderen bijvoorbeeld neemt de hoeveelheid calcium aanzienlijk toe, wat belangrijk is voor de vorming van tand- en speekselsteen). Veranderingen in de structuur van S. kunnen in verband worden gebracht met de ontvangst van medicinale stoffen en intoxicaties. De samenstelling van S. verandert ook in een aantal pathologische aandoeningen en ziekten. Dus bij uitdroging van het lichaam treedt een sterke afname van speekselvloed op; met diabetes in speeksel neemt de hoeveelheid glucose toe; bij uremie in S. neemt het gehalte aan reststikstof aanzienlijk toe.

1. Kleine medische encyclopedie. - M.: Medische Encyclopedie. 1991-96 2. Eerste hulp. - M.: Grote Russische Encyclopedie. 1994 3. Encyclopedisch woordenboek van medische termen. - M.: Sovjet-encyclopedie. - 1982-1984.

Zie wat "Saliva" is in andere woordenboeken:

Speeksel, speeksel, speeksel, speeksel, speeksel, speeksel, speeksel, speeksel, speeksel, speeksel, speeksel, speeksel, speeksel (Bron: "Volledig geaccentueerd paradigma volgens A.A. Zaliznyak") ... Woordvormen

Transparante viskeuze secretie van de speekselklieren, uitgescheiden in de mondholte. De samenstelling van speeksel omvat water (98,5 99,5%) en daarin opgeloste anorganische stoffen. en biologisch verbindingen. S. heeft een licht zure of licht alkalische reactie (pH 5,6-7,6). In een dag, een persoon ... ... Biologisch encyclopedisch woordenboek

s; en. Een vloeistof die wordt afgescheiden door speciale klieren in de mondholte van mens en dier en helpt bij het bevochtigen en verteren van voedsel. Slik speeksel. Spuug speeksel. Overvloedig met. Spugen (ook: opgewonden spreken, met hitte, met woede). … … encyclopedisch woordenboek

SALIVA, vloeistof afgescheiden door de SPEELKLIEREN in de mond. Bij gewervelde dieren bestaat speeksel voor 99% uit water, waarin kleine hoeveelheden natrium, kalium, calcium en het enzym amylase zijn opgelost. Speeksel verzacht en bevochtigt voedsel, wat het gemakkelijker maakt ... ... Wetenschappelijk en technisch encyclopedisch woordenboek

SALIVA, speeksel, pl. nee (vgl. kwijlen), vrouw. Een stroperige, licht troebele, stroperige vloeistof die in de mondholte van een mens en een dier wordt uitgescheiden door speciale klieren, het voedsel nat maakt en daardoor bijdraagt ​​aan de spijsvertering. speekselvloed. Slik speeksel. Overvloedig… … Verklarend woordenboek van Ushakov

speeksel- SALIVA1, s, g Vloeistof afgescheiden door speciale klieren in de mondholte van mens en dier en bevordert de bevochtiging en vertering van voedsel. "Met suiker!" dacht Elya en slikte haar speeksel door, maar het speeksel bevochtigde haar keel niet, het bleef er zo droog in steken (V. Ast ... Verklarend woordenboek van Russische zelfstandige naamwoorden

SALIVATIE, s, echtgenotes. Een kleurloze vloeistof die wordt uitgescheiden in de mondholte van mens en dier en die voedsel nat maakt tijdens het kauwen. Overvloedig met. Spetteren met speeksel (ook vertaling: opgewonden spreken, met hitte, met woede). | bn. kwijlen, oh, oh. Speekselklieren.… … Verklarend woordenboek van Ozhegov

SALIVA, kwijlen, etc. zie sleen. Dahl's verklarend woordenboek. IN EN. Dal. 1863 1866 ... Dahl's verklarende woordenboek

Foam, geheime Woordenboek van Russische synoniemen. speeksel n., aantal synoniemen: 3 schuim (12) geheim ... Synoniem woordenboek

speeksel- is een kleurloze vloeistof, gietend, bestaande uit water, minerale componenten, organische stoffen (mucine) en diastase, ptyaline of speekselamylase. Speekselvloed treedt constant op, maar neemt toe op het moment van eten als een reflex ... ... Universeel aanvullend praktisch verklarend woordenboek door I. Mostitsky

speeksel- speeksel, geslacht. speeksel en verouderd speeksel, gen. speeksel... Woordenboek van uitspraak- en klemtoonproblemen in het moderne Russisch

Boeken

• Speeksel. Analytische mogelijkheden en vooruitzichten, Vavilova Tatyana Pavlovna, Yanushevich Oleg Olegovich, Ostrovskaya IG Deze monografie geeft actuele informatie over de functies van gemengd speeksel, de rol van zijn eiwitten en peptiden bij het handhaven van de homeostase van de mondholte. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de bijzonderheden van de studie ...

De spijsvertering begint al in de mondholte in de vorm van mechanische verwerking van voedsel en bevochtiging met speeksel. Speeksel is een belangrijk bestanddeel dat de voedselbolus voorbereidt op verdere vertering. Het kan niet alleen voedsel bevochtigen, maar ook desinfecteren. Speeksel bevat ook veel enzymen die eenvoudige componenten beginnen af ​​te breken, zelfs voordat het voedsel door maagsap is verwerkt.

• Water. Maakt meer dan 98,5% van het totale geheim uit. Alle werkzame stoffen zijn erin opgelost: enzymen, zouten en meer. De belangrijkste functie is om voedsel te bevochtigen en de stoffen erin op te lossen om de verdere beweging van de voedselbolus door het maagdarmkanaal en de spijsvertering te vergemakkelijken.
• Zouten van verschillende zuren (sporenelementen, alkalimetaalkationen). Ze zijn een buffersysteem dat in staat is om de noodzakelijke zuurgraad van de voedselbolus te behouden voordat deze in de maagomgeving terechtkomt. Zouten kunnen de zuurgraad van voedsel verhogen als het onvoldoende is of alkaliseren in het geval van een te hoge zuurgraad. Met pathologie en een toename van het zoutgehalte kunnen ze worden afgezet in de vorm van stenen met de vorming van gingivitis.
• mucine. Een stof met hechtende eigenschappen, waardoor je voedsel in een enkele klont kunt verzamelen, die zich vervolgens in één conglomeraat door het hele maagdarmkanaal zal verplaatsen.
• lysozym. Natuurlijke beschermer met bacteriedodende eigenschappen. In staat om voedsel te desinfecteren, biedt bescherming van de mondholte tegen ziekteverwekkers. Als de component onvoldoende is, kunnen zich pathologieën zoals cariës en candidiasis ontwikkelen.
• Opiorfin. Een verdovende stof die overgevoelig mondslijmvlies, rijk aan zenuwuiteinden, kan verdoven door mechanische irritatie met vast voedsel.
• enzymen. Het enzymatische systeem is in staat om de vertering van voedsel te starten en voor te bereiden voor verdere verwerking in de maag en darmen. De afbraak van voedsel begint met koolhydraatcomponenten, omdat voor verdere verwerking energiekosten nodig kunnen zijn, die suiker opleveren.

De tabel toont de inhoud van elk onderdeel van speeksel

speeksel enzymen

Amylase

Een enzym dat in staat is complexe koolhydraatverbindingen af ​​te breken, ze om te zetten in oligosachariden en vervolgens in suiker. De belangrijkste verbinding waarop het enzym inwerkt, is zetmeel. Het is dankzij de werking van dit enzym dat we de zoete smaak van het product kunnen voelen tijdens de mechanische verwerking. Verdere afbraak van zetmeel gaat door onder invloed van pancreasamylase in de twaalfvingerige darm.

lysozym

De belangrijkste bacteriedodende component, die in wezen zijn eigenschappen vervult door de vertering van bacteriële celmembranen. In feite is het enzym ook in staat om de polysaccharideketens die zich in de schaal van de bacteriecel bevinden af ​​te breken, waardoor er een gat in ontstaat, waardoor vloeistof snel stroomt en het micro-organisme barst als een ballon.

Maltase

Een enzym dat maltose kan afbreken is een complexe koolhydraatverbinding. Dit produceert twee moleculen glucose. Het werkt in combinatie met amylase tot in de dunne darm, waar het wordt vervangen door intestinale maltase in de twaalfvingerige darm.

lipase

Speeksel bevat lingual lipase, dat als eerste begint met de verwerking van complexe vetverbindingen. De stof waarop het inwerkt is triglyceride, na behandeling met een enzym wordt het afgebroken tot glycerol en vetzuren. De werking ervan eindigt in de maag, waar maaglipase het komt vervangen. Voor kinderen is het linguale lipase dat van groter belang is, aangezien het eerste de vertering van melkvetten in moedermelk begint.

proteasen

De voorwaarden die nodig zijn voor een adequate vertering van eiwitten ontbreken in speeksel. Ze zijn in staat om alleen reeds gedenatureerde eiwitcomponenten af ​​te breken tot eenvoudigere. Het belangrijkste proces van eiwitvertering begint na de denaturatie van eiwitketens onder invloed van zoutzuur in de darm. De proteasen in speeksel zijn echter ook erg belangrijk voor de normale vertering van voedsel.

Andere elementen

Andere elementen zijn niet minder belangrijke verbindingen die zorgen voor de juiste vorming van de voedselbolus. Dit proces is belangrijk als het begin van een adequate en volledige spijsvertering.

Mucin

Een kleverige substantie die een voedselbolus kan verzamelen. De actie gaat door tot het vrijkomen van bewerkt voedsel uit het darmkanaal. Het draagt ​​bij aan de uniforme vertering van de chymus en dankzij de slijmachtige consistentie vergemakkelijkt en verzacht het de beweging langs het kanaal aanzienlijk. De stof vervult ook een beschermende functie door het tandvlees, de tanden en de slijmvliezen te omhullen, wat het traumatische effect van vast onbewerkt voedsel op delicate structuren aanzienlijk vermindert. Bovendien bevordert de kleverige consistentie de hechting van ziekteverwekkende stoffen, die vervolgens worden vernietigd door lysozyme.

Opiorfin

Een natuurlijk antidepressivum, een neurogene mediator die kan inwerken op zenuwpijnuiteinden en de overdracht van pijnimpulsen blokkeert. Hierdoor kunt u het kauwproces pijnloos maken, hoewel harde deeltjes vaak het slijmvlies, het tandvlees en het oppervlak van de tong beschadigen. Uiteraard komen microdoses vrij in speeksel. Er is een theorie dat het pathogenetische mechanisme een toename van de afgifte van opiaat is, vanwege de afhankelijkheid die bij mensen wordt gevormd, de behoefte aan irritatie van de mondholte toeneemt, een toename van de afscheiding van speeksel - en dus opiorfine.

Buffersystemen

Verschillende zouten die zorgen voor de nodige zuurgraad voor de normale werking van het enzymsysteem. Ze creëren ook de nodige lading op het oppervlak van de chymus, wat bijdraagt ​​​​aan de stimulatie van peristaltische golven, slijm van het interne slijmvlies dat het maagdarmkanaal bekleedt. Ook dragen deze systemen bij aan de mineralisatie van tandglazuur en de versterking ervan.

Epidermale groeifactor

Een hormonale eiwitverbinding die de lancering van regeneratieve processen bevordert. De celdeling van het mondslijmvlies gaat razendsnel. Dit is begrijpelijk, omdat ze veel vaker dan alle andere worden beschadigd als gevolg van mechanische stress en bacteriële aanvallen.

• Beschermend. Het bestaat uit het desinfecteren van voedsel en het beschermen van het mondslijmvlies en tandglazuur tegen mechanische schade.
• spijsvertering. Enzymen in speeksel beginnen de spijsvertering al in het stadium van het malen van voedsel.
• Mineraliserend. Hiermee kunt u het tandglazuur versterken dankzij oplossingen van zouten in speeksel.
• Reiniging. De overvloedige afscheiding van speeksel draagt ​​bij aan de zelfreiniging van de mondholte, dankzij het wassen.
• Antibacterieel. De componenten van speeksel hebben een bacteriedodende eigenschap, waardoor veel pathogenen niet buiten de mondholte doordringen.
• uitscheiding. Speeksel bevat stofwisselingsproducten (zoals ammoniak, verschillende gifstoffen, waaronder medicinale), wanneer het uitspuugt, verwijdert het lichaam gifstoffen.
• verdoving. Door het gehalte aan opiorfine kan speeksel tijdelijk kleine snijwonden verdoven en zorgt het ook voor pijnloze voedselverwerking.
• Toespraak. Dankzij de watercomponent voorziet het de mondholte van vocht, wat helpt bij het articuleren van spraak.
• Genezing. Vanwege de inhoud van de epidermale groeifactor bevordert het de snelste genezing van alle wondoppervlakken, daarom proberen we reflexmatig bij elke snee de wond te likken.

De uitscheidingskanalen van drie paar grote speekselklieren monden uit in de mondholte: parotis, submandibulaire en sublinguaal. Naast hen zijn er in het slijmvlies van de mond talrijke kleine klieren, die door hun locatie worden genoemd: labiaal, buccaal, palatine en linguaal. In het gebied van de tong bevinden zich: de voorste speekselklier op het onderste oppervlak van de punt van de tong, op de wortel van de tong - klieren, waarvan de kanalen in de openingen tussen het blad en zholobovidny stromen papillen. De uitscheidingskanalen van de labiale, buccale klieren openen zich aan de vooravond van de mond, en de submandibulaire, sublinguale, palatinale en linguale klieren monden uit in de eigenlijke mondholte. Door de aard van de afscheiding zijn de klieren verdeeld in eiwitten, slijmvliezen en gemengd.

Speeksel is een mengsel van de afscheidingen van drie grote en vele kleine speekselklieren. Epitheelcellen, voedseldeeltjes, speeksellichamen (neutrofiele leukocyten, lymfocyten), slijm, micro-organismen worden gemengd met de secretie die wordt uitgescheiden in de mondholte.

Samenstelling en eigenschappen van speeksel.

De afscheiding van de speekselklier bevat 98-99% water en de rest is een vast residu, waaronder minerale anionen van chloriden, fosfaten, bicarbonaten, jodiden, bromiden, fluoriden, sulfaten. Speeksel bevat natrium, kalium, calcium, magnesiumkationen en sporenelementen - ijzer, koper, nikkel, lithium en andere. De concentratie van stoffen zoals jodium, kalium, strontium is veel hoger dan in het bloed. Organische stoffen worden voornamelijk vertegenwoordigd door eiwitten (albuminen, globulinen, enzymen), maar daarnaast zijn er ook stikstofhoudende componenten in speeksel (ureum, ammoniak, creatinine, vrije aminozuren, gamma-aminoglutaminaat, taurine, fosfo-ethanolamine, hydroxyproline, vitamines ). Sommige van deze stoffen komen onveranderd uit het bloedplasma in het speeksel en sommige (amylase, glycoproteïnen) worden gesynthetiseerd in de speekselklieren.

Grote en kleine speekselklieren scheiden normaal gesproken een geheim uit van verschillende samenstelling en hoeveelheid. De parotisklieren scheiden vloeibaar speeksel af dat een grote hoeveelheid kalium- en natriumchloriden, enzymen - katalase (hydrolyseert waterstofperoxide tot water en zuurstof) en amylase bevat. De laatste heeft calcium in zijn samenstelling, zonder welke het niet werkt. Amylase heeft chloride-ionen nodig om zijn functies uit te voeren. Er zit geen alkalische fosfatase in dit geheim, maar de activiteit van zure fosfatase is erg hoog.

De submandibulaire klieren scheiden een product af dat een grote hoeveelheid organische stoffen (mucine, amylase) en een kleine hoeveelheid kaliumthiocyanaat bevat. Van de minerale stoffen overheersen zouten van natriumchloride, calciumchloride, calciumfosfaat en magnesiumfosfaat. Amylase is veel minder dan in de afscheiding van de parotisklier.

De sublinguale klieren scheiden speeksel af dat rijk is aan mucine en hebben een sterke alkalische reactie. De activiteit van alkalische en zure fosfatasen in dit speeksel is zeer hoog. De consistentie van speeksel is stroperig en plakkerig.

In de mondholte vervult speeksel een spijsverteringsfunctie en bovendien heeft het een beschermende en trofische functie voor tandglazuur. De spijsverteringsfunctie is het bereiden van een portie voedsel voor slikken en vertering. Gekauwd voedsel wordt gemengd met speeksel, dat is 10-12% van de hoeveelheid. Mucine draagt ​​bij aan de vorming van een voedselklomp en het slikken, het is het belangrijkste organische bestanddeel van speeksel.

In de mondholte fungeert speeksel als spijsverteringssap. Het bestaat uit ongeveer 50 enzymen die behoren tot de klassen van hydrolasen, oxidoreductasen, transferasen.

De beschermende functie van speeksel ligt in het feit dat het de slijmvliezen en tanden beschermt tegen uitdroging, fysieke en chemische schade door voedsel, de temperatuur van voedsel egaliseert, zuren bindt als een amfotere buffer en tandplak van de tanden wast, zelf- reiniging van de mondholte en tanden; de aanwezigheid van lysozyme, een enzymachtig eiwit met bacteriedodende eigenschappen, geeft het de mogelijkheid om deel te nemen aan de afweerreacties van het lichaam en aan de processen van regeneratie van het epitheel in geval van schade aan het mondslijmvlies.

• Water (ongeveer 99% van de totale samenstelling van speeksel). Zorgt voor bevochtiging en oplossing van voedselcomponenten voor het verschijnen van een smaakzin en primaire spijsverteringsreacties. Hydrateert de mond. Bevordert spraak.
• Bicarbonaten. Handhaaf een licht alkalische reactie van speeksel (pH: 5,25-8,0).
• Chloriden. Activeer speekselamylase, een enzym dat zetmeel afbreekt.
• Immunoglobuline A (IgA) Een integraal onderdeel van het antibacteriële speekselsysteem.
• lysozym. Bacteriedodend enzym, voorkomt cariës, neemt deel aan de processen van regeneratie van het epitheel van het mondslijmvlies
• mucine. Glycoproteïne, dat de vorming van slijm en de vorming van een voedselbolus bevordert.
• Slijm. Neemt deel aan de vorming van een voedselklomp. Bevordert het slikken. Biedt buffereigenschappen van speeksel.
• Fosfaten. Houd de pH van het speeksel op peil.
• Speeksel alfa-amylase (ptyaline). Katalyseert de afbraak van polysachariden tot disachariden
• Ureum, urinezuur. Hij voert spijsverteringsfuncties uit; zijn uitscheidingsproducten.
• Maltase (glucosidase). Breekt maltose en sucrose af tot monosachariden.

Menselijk speeksel is een kleurloze en transparante biologische vloeistof van een alkalische reactie, die wordt uitgescheiden door drie grote speekselklieren: submandibulaire, sublinguaal en parotis, en vele kleine klieren in de mondholte. De belangrijkste componenten zijn water (98,5%), sporenelementen en alkalimetaalkationen, evenals zure zouten. Door de mondholte nat te maken, helpt het de articulatie vrij te maken en beschermt het tandglazuur tegen mechanische, thermische en koude effecten. Onder invloed van speekselenzymen start het het proces van vertering van koolhydraten.

De beschermende functie van speeksel komt tot uiting in het volgende:

• Bescherming van het mondslijmvlies tegen uitdroging.
• Neutralisatie van alkaliën en zuren.
• Door het gehalte aan de eiwitsubstantie lysozyme in speeksel, dat een bacteriostatisch effect heeft, vindt regeneratie van het epitheel van het mondslijmvlies plaats.
• Nuclease-enzymen, die ook in speeksel worden aangetroffen, helpen het lichaam te beschermen tegen virale infecties.
• Speeksel bevat enzymen (antitrombines en antitrombinoplastines) die bloedstolling voorkomen.
• Veel immunoglobulinen in speeksel beschermen het lichaam tegen de mogelijkheid van penetratie van ziekteverwekkers.

De spijsverteringsfunctie van speeksel is om de voedselbolus nat te maken en voor te bereiden op inslikken en vertering. Dit alles wordt mogelijk gemaakt door het mucine dat deel uitmaakt van het speeksel, dat voedsel tot een klontje lijmt.

Voedsel is gemiddeld ongeveer 20 seconden in de mondholte aanwezig, maar desondanks heeft de spijsvertering, die in de mondholte begint, een aanzienlijke invloed op de verdere afbraak van voedsel. Immers, wanneer speeksel voedselstoffen oplost, vormt het smaaksensaties en beïnvloedt het grotendeels het ontwaken van de eetlust.

De chemische verwerking van voedsel vindt ook plaats in de mondholte. Onder invloed van amylase (speeksel-enzym) worden polysachariden (glycogeen, zetmeel) afgebroken tot maltose, en het volgende speeksel-enzym, maltase, breekt maltose af tot glucose.

uitscheidingsfunctie. Speeksel heeft het vermogen om stofwisselingsproducten van het lichaam uit te scheiden. Sommige medicijnen, urinezuur, ureum of zouten van kwik en lood kunnen bijvoorbeeld worden uitgescheiden met speeksel. Ze verlaten allemaal het menselijk lichaam op het moment dat ze speeksel spuwen.

trofische functie. Speeksel is een biologisch medium dat direct in contact staat met tandglazuur. Zij is het die de belangrijkste bron is van zink, fosfor, calcium en andere sporenelementen die nodig zijn voor het behoud en de ontwikkeling van tanden.

Onlangs is het belang van speeksel nog groter geworden - nu wordt het gebruikt om verschillende ziekten te diagnosticeren, niet alleen van de mondholte, maar van het hele organisme. Het enige dat nodig is, is een paar druppels speeksel op een wattenstaafje te verzamelen. Vervolgens wordt een test uitgevoerd die de aanwezigheid van ziekten van de mondholte, het alcoholgehalte, de hormonale toestand van het lichaam, de aan- of afwezigheid van HIV en vele andere indicatoren van de menselijke gezondheid kan onthullen.

Deze test brengt de patiënt absoluut geen ongemak. Bovendien kunt u thuis onderzoek doen door speciale kits in een apotheek te kopen, die zijn ontworpen voor zelfafname van speekselanalyse. Daarna blijft het alleen nog om ze naar het laboratorium te sturen en te wachten op de resultaten.

• Het speekselproces is verdeeld in een geconditioneerd reflexmechanisme en een onvoorwaardelijk reflexmechanisme. Het geconditioneerde reflexproces kan worden veroorzaakt door elke soort, geur van voedsel, geluiden die verband houden met de bereiding ervan, of door te praten en voedsel te onthouden. Het ongeconditioneerde reflexproces van speekselvloed vindt al plaats in het proces van voedsel dat de mondholte binnenkomt.
• Bij onvoldoende speeksel worden voedselresten niet volledig uit de mondholte gewassen, wat leidt tot gele verkleuring van de tanden.
• Het speekselproces neemt af bij angst of stress en stopt helemaal tijdens slaap of anesthesie.
• 0,5 - 2,5 liter is de hoeveelheid speeksel die per dag wordt uitgescheiden, die nodig is voor het normaal functioneren van het menselijk lichaam.
• Als een persoon in een rustige staat is, is de snelheid van speekselafscheiding niet hoger dan 0,24 ml / min, en tijdens het kauwen op voedsel, neemt deze toe tot 200 ml / min.
• Bij 55-plussers vertraagt ​​het speekselproces.
• Insectenbeten zijn minder pijnlijk en gaan sneller voorbij als ze af en toe worden bevochtigd met speeksel.
• Speeksellotions worden gebruikt om wratten, abcessen en verschillende soorten ontstekingen op de huid te verwijderen, tot ringworm aan toe.
• Een verhoogde dosis suiker in het bloed heeft een negatief effect op de afscheiding van speeksel.

De kwaliteit van speeksel en de aanwezigheid van nuttige eigenschappen daarin zijn direct afhankelijk van de algemene toestand van de mondholte, maar ook van de gezondheid van tanden en tandvlees in het bijzonder. Dat is waarom