Berkeschorsdocumenten op het grondgebied van Wit-Rusland. Lijst met steden waar berkenschorsletters zijn gevonden

06.12.2015 0 11757

Op de een of andere manier gebeurde het zo dat er in Rusland al eeuwenlang de mening bestond dat de meest interessante, verbluffende en mysterieuze dingen sinds de oudheid zich buiten ons land bevonden. Oude piramides zijn Egypte, het Parthenon - Griekenland, de kastelen van de Tempeliers - Frankrijk. Je hoeft alleen maar het woord ‘Ierland’ te zeggen en je stelt je meteen voor: in het schemerige maanlicht rijden de mysterieuze ‘ruiters van de Seeds’ dreigend uit de mist van de groene heuvels.

En Rusland? Nou, zevenhonderd jaar geleden zaten bemoste, bebaarde mannen boven bakken zuurkool, knipperden met hun korenbloemblauwe ogen, bouwden houten steden, waarvan nauwelijks merkbare wallen en terpen overbleven, en dat is alles.

Maar in feite is het middeleeuwse materiële erfgoed van onze voorouders zo verbazingwekkend dat het soms lijkt alsof onze bijna duizendjarige geschiedenis rechtstreeks uit het gras groeit.

Een van de belangrijkste gebeurtenissen die ons begrip van de wereld van de Russische Middeleeuwen volledig veranderde, vond plaats op 26 juni 1951 in Veliky Novgorod. Daar, op de archeologische vindplaats Nerevsky, Het schrijven op berkenbast werd voor het eerst ontdekt. Tegenwoordig draagt ​​het de trotse naam “Novgorodskaya nr. 1”.

Teken berkenschorsletter nr. 1. Het is zeer gefragmenteerd, maar bestaat uit lange en volledig standaardzinnen: "Er kwam zoveel mest uit dat en dat dorp", zodat het gemakkelijk kan worden hersteld.

Op een vrij groot, maar zeer gescheurd, zoals archeologen zeggen, gefragmenteerd stuk berkenschors, ondanks de schade, werd met vertrouwen een tekst gelezen over wat voor soort inkomen bepaalde Timofey en Thomas uit een aantal dorpen zouden moeten ontvangen.

Vreemd genoeg, de eerste berkenbast letters veroorzaakte geen sensatie, noch in de binnenlandse, noch in de wereldwetenschap. Enerzijds heeft dit zijn eigen verklaring: de inhoud van de eerste gevonden letters is erg saai. Dit zijn zakelijke aantekeningen over wie wat aan wie verschuldigd is en wie wat verschuldigd is.

Aan de andere kant is het moeilijk, bijna onmogelijk, om de geringe belangstelling van de kant van de wetenschap voor deze documenten te verklaren. Naast het feit dat in hetzelfde jaar, 1951, de archeologische expeditie van Novgorod nog negen van dergelijke documenten vond, en het jaar daarop, 1952, werd het eerste berkenschorsdocument gevonden in Smolensk. Dit feit alleen al gaf aan dat binnenlandse archeologen op de rand staan ​​van een grootse ontdekking, waarvan de omvang onmogelijk in te schatten is.

Tot nu toe zijn alleen al in Novgorod bijna 1070 berkenschorsletters gevonden. Zoals reeds vermeld, werden deze documenten ontdekt in Smolensk en nu heeft hun aantal 16 stuks bereikt. De volgende recordhouder, na Novgorod, was Staraya Russa, waarin archeologen 45 brieven ontdekten.

Berkeschorsbrief nr. 419. Gebedenboek

Er werden er 19 gevonden in Torzjok, 8 in Pskov, 5 in Tver. Dit jaar ontdekte een archeologische expeditie van het Instituut voor Archeologie van de Russische Academie van Wetenschappen tijdens opgravingen in Zaryadye, een van de oudste wijken van de hoofdstad, de vierde Moskouse berkenschorsbrief.

In totaal werden brieven gevonden in 12 oude Russische steden, waarvan er twee zich op het grondgebied van Wit-Rusland bevinden, en één in Oekraïne.

Naast het vierde charter van Moskou werd dit jaar het eerste charter van berkenschors gevonden in Vologda. De manier van presentatie daarin is radicaal anders dan die van Novgorod. Dit suggereert dat Vologda zijn eigen, originele traditie had van het briefgenre van berkenschorsberichten.

De verzamelde ervaring en kennis hebben wetenschappers geholpen dit document te ontleden, maar sommige punten in de notitie zijn zelfs voor de meesten nog steeds een mysterie de beste specialisten volgens de oude Russische epigrafie.

“Ik wacht al twintig jaar op deze vondst!”

Bijna elke letter is een mysterie. En voor het feit dat hun geheimen geleidelijk aan ons, de inwoners van de 21e eeuw, worden onthuld, voor het feit dat we de levende stemmen van onze voorouders horen, moeten we verschillende generaties wetenschappers dankbaar zijn die betrokken waren bij de systematisering en ontcijferen van berkenschorsletters.

En allereerst is het noodzakelijk om te zeggen over Artemy Vladimirovich Artsikhovsky, een historicus en archeoloog die in 1929 de Novgorod-expeditie organiseerde. Sinds 1925 is hij doelbewust bezig met archeologische opgravingen van monumenten uit het oude Rusland, te beginnen met de Vyatichi-heuvels in het district Podolsk in de provincie Moskou en eindigend met de grandioze opgravingen van Novgorod en de ontdekking van berkenschorsletters, waarvoor hij universele erkenning gekregen.

Berkenbastdocument nr. 497 (tweede helft 14e eeuw). Gavrila Postnya nodigt haar schoonzoon Gregory en zus Ulita uit voor een bezoek aan Novgorod.

Er is een kleurrijke beschrijving bewaard gebleven van het moment waarop een van de burgerarbeiders die aan de opgravingen deelnam, letters zag op een berkenbastrol die uit de natte grond was gehaald, ze naar de kop van de plek bracht, die eenvoudigweg sprakeloos was van verrassing . Artsikhovsky, die dit zag, rende naar hem toe, bekeek de vondst en riep, zijn opwinding overwinnend, uit: 'De prijs is honderd roebel! Ik heb twintig jaar op deze vondst gewacht!”

Naast het feit dat Artemy Artsikhovsky een consistente en principiële onderzoeker was, beschikte hij ook over onderwijstalent. En hier is het genoeg om één ding te zeggen: academicus Valentin Yanin was een student van Artsikhovsky. Valentin Lavrentievich was de eerste die berkenschorsbrieven als historische bron in de wetenschappelijke circulatie introduceerde.

Dit stelde hem in staat het monetaire en gewichtssysteem van het pre-Mongoolse Rus te systematiseren, en de evolutie en relatie ervan met dezelfde systemen in andere middeleeuwse staten te traceren. Ook identificeerde academicus Yanin, zich baserend op een reeks bronnen, waaronder berkenschorsbrieven, de belangrijkste principes van het bestuur van de feodale republiek, de kenmerken van het veche-systeem en het instituut van burgemeesters, de hoogste functionarissen van het vorstendom Novgorod.

Maar de echte revolutie in het begrijpen van wat berkenschorsletters eigenlijk zijn, is niet door historici gemaakt, maar door filologen. De naam van academicus Andrei Anatolyevich Zaliznyak staat hier op de meest eervolle plaats.

Novgorod-charter nr. 109 (ca. 1100) over de aankoop van een gestolen slaaf door een krijger. Inhoud: "Een brief van Zhiznomir aan Mikula. Je kocht een slaaf in Pskov, en de prinses greep mij daarvoor [wat impliceert: haar veroordelen voor diefstal] de prinses. En toen stond de ploeg voor mij in. Dus stuur de brief naar die echtgenoot als de slaaf hem is. Maar ik wil, nadat ik paarden heb gekocht en de echtgenoot van de prins heb beklommen, naar de gewelven [confrontaties] gaan. En jij, als je dat geld [nog] niet hebt aangenomen, neem dan niets van hem aan .”

Om het belang van de ontdekking van Zaliznyak te begrijpen, moeten we er rekening mee houden dat vóór de ontdekking van berkenschorsletters in de filologische wetenschap, die zich bezighield met oude Russische teksten, het idee bestond dat alle bronnen waaruit we iets kunnen leren over de literaire taal uit die tijd waren al bekend en onwaarschijnlijk kunnen ze met iets worden aangevuld?

En er zijn slechts een paar documenten bewaard gebleven, geschreven in een taal die bijna informeel is. Er zijn bijvoorbeeld slechts twee van dergelijke documenten uit de 12e eeuw bekend. En plotseling wordt een hele laag teksten onthuld die over het algemeen verder gaan dan wat wetenschappers wisten over de taal van de Russische Middeleeuwen.

En toen onderzoekers in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw de eerste berkenschorsletters begonnen te ontcijferen, reconstrueren en vertalen, waren ze er volledig van overtuigd dat deze documenten lukraak waren geschreven. Dat wil zeggen, hun auteurs verwarden de letters, maakten allerlei fouten en hadden geen idee van de spelling. De taal van de berkenschorsletters was zo anders dan de goed bestudeerde, destijds hoogliteraire en liturgische stijl van het oude Rusland.

Andrei Anatolyevich bewees dat berkenschorsbrieven volgens strikte grammaticale regels werden geschreven. Met andere woorden: hij ontdekte de alledaagse taal van het middeleeuwse Novgorod. En vreemd genoeg was het niveau van geletterdheid zo hoog dat de ontdekking van een brief met een spelfout een echt geschenk voor taalkundigen wordt.

En de waarde van dergelijke fouten ligt in het feit dat moderne technieken het mogelijk maken de kenmerken van een stille taal te reconstrueren.

Het meest triviale voorbeeld. Laten we zeggen dat onze cultuur van de ene op de andere dag verdween. Duizend jaar later vinden archeologen op wonderbaarlijke wijze bewaarde boeken in het Russisch. Filologen slagen erin deze teksten te lezen en te vertalen.

Maar de geschreven bron maakt het niet mogelijk de verdwenen toespraak te horen. En plotseling is er een notitieboekje van een student waarin de woorden “karova”, “derivo”, “sonce”, “che” zijn geschreven. En wetenschappers begrijpen onmiddellijk hoe we spraken en hoe onze spelling verschilde van de fonetiek.

Tekeningen van de jongen Onfim

Vóór de ontdekking van Andrei Zaliznyak hadden we geen idee van het niveau van geletterdheid in Rus. We hebben nog niet het recht om te zeggen dat het universeel was, maar het feit dat het wijdverspreid was onder veel grotere delen van de bevolking dan eerder werd gedacht, is al een bewezen feit.

En dit wordt zeer welsprekend bewezen door letternummer 687. Het dateert uit de jaren 60-80 van de 14e eeuw. Dit is een klein fragment van een brief, en afgaande op wat deskundigen erop hebben kunnen lezen, is dit een instructiebrief van een man aan zijn vrouw. Wanneer het wordt ontcijferd, luidt het als volgt: “…koop boter voor jezelf, [koop] ​​kleding voor de kinderen, geef [die-en-die – uiteraard een zoon of dochter] om alfabetisering te leren, en paarden...”

Uit deze laconieke tekst kunnen we opmaken dat kinderen leren lezen en schrijven in die tijd een tamelijk gewone zaak was, vergelijkbaar met gewone huishoudelijke taken.

Certificaten en tekeningen van Onfim

Dankzij berkenschorsletters weten we hoe de kinderen van het middeleeuwse Novgorod leerden schrijven. Zo hebben wetenschappers de beschikking over twee dozijn berkenbastbrieven en tekeningen van de jongen Onfim, wiens kindertijd in het midden van de 13e eeuw lag.

Onfim kan lezen, kan brieven schrijven en kan liturgische teksten op het gehoor opschrijven. Er bestaat een tamelijk goed beredeneerde veronderstelling dat in het oude Rus een kind dat leerde lezen en schrijven eerst begon te schrijven op ceras, dunne houten tabletten bedekt met dunne laag was. Dit was gemakkelijker voor de onvaste hand van een kind, en nadat de student deze wetenschap onder de knie had, leerde hij letters op berkenschors te krabben met een stylus.

Het waren deze eerste lessen van Onfim die bij ons opkwamen.

Deze jongen uit de 13e eeuw was blijkbaar een grote schurk, want zijn schriften zijn rijkelijk op smaak gebracht met allerlei soorten tekeningen. Met name Onfims zelfportret in de vorm van een ruiter die een verslagen vijand met een speer doorboort, is onvergelijkbaar. We weten dat de jongen zichzelf afbeeldde in de vorm van een vechtende waaghals door het woord ‘Onfime’ rechts van de ruiter.

Nadat hij de artistieke compositie had voltooid, leek de ondeugende man tot bezinning te komen en herinnerde hij zich dat hij dit stuk berkenschors in feite niet had ontvangen om zijn aanstaande heldendaden te verheerlijken, maar om hem te leren lezen en schrijven. En in het resterende onopgestelde gebied bovenaan geeft hij nogal onhandig en met gaten het alfabet van A tot K weer.

Over het algemeen was het juist dankzij het feit dat Onfim een ​​roekeloze, ondeugende man was dat zoveel van zijn schriften bij ons terecht zijn gekomen. Blijkbaar is deze jongen ooit een hele stapel van zijn schriften op straat kwijtgeraakt, net zoals sommigen van ons, toen ze thuiskwamen van school, notitieboekjes, schoolboeken en soms hele aktetassen verloren.

Berekening

Als we terugkeren naar de ontdekkingen van academicus Zaliznyak op het gebied van berkenschorsletters, dan is het de moeite waard om nog één ding te vermelden. Andrej Anatoljevitsj ontwikkelde zich unieke methode datering van documenten van berkenschors. Feit is dat de meeste brieven stratigrafisch gedateerd zijn. Het principe is vrij eenvoudig: alles wat zich als gevolg van menselijke activiteit op de grond nestelt, wordt in lagen opgemaakt.

En als er in een bepaalde laag een brief is waarin een of andere Novgorod wordt genoemd officieel Als bijvoorbeeld een burgemeester of een aartsbisschop, en hun levensjaren, of in ieder geval hun regering, goed bekend zijn uit de kronieken, kunnen we vol vertrouwen zeggen dat deze laag tot die en die tijdsperiode behoort.

Deze methode wordt ondersteund door de methode van dendrochronologische datering. Iedereen weet dat de leeftijd van een gekapte boom eenvoudig kan worden berekend aan de hand van het aantal jaarringen. Maar deze ringen hebben verschillende diktes; hoe kleiner ze zijn, hoe ongunstiger het jaar was voor de groei. Door de volgorde van de afwisseling van ringen kun je erachter komen in welke jaren deze boom groeide, en vaak, als de laatste ring bewaard is gebleven, in welk jaar deze boom werd gekapt.

Dendrochronologische schalen voor de regio Veliky Novgorod werden 1200 jaar geleden ontwikkeld. Deze techniek is ontwikkeld door de binnenlandse archeoloog en historicus Boris Aleksandrovich Kolchin, die zijn wetenschappelijke activiteit wijdde aan opgravingen in Novgorod.

Tijdens archeologisch onderzoek bleek dat Novgorod op zeer drassige grond ligt. De straten in Rus waren geplaveid met boomstammen die langs de nerven waren gespleten, met de platte kant naar boven. Na verloop van tijd zakte deze bestrating weg in drassige grond en moest er een nieuwe vloer worden gelegd.

Tijdens opgravingen bleek dat hun aantal kon oplopen tot achtentwintig. Bovendien toonden latere ontdekkingen aan dat de straten van Novgorod, aangelegd in de 10e eeuw, tot de 18e eeuw op hun plaats bleven.

Boris Kolchin merkte duidelijke patronen op in de volgorde van de dikte van de ringen op deze trottoirs en stelde 's werelds eerste dendrochronologische schaal samen. En tegenwoordig kan elke vondst in het noordwesten van Rusland, waar dan ook van Vologda tot Pskov, worden gedateerd met een nauwkeurigheid van bijna een jaar.

Maar wat te doen als er per ongeluk een berkenschorsbrief wordt gevonden? En dat zijn er niet meer of minder, maar net geen dertig. In de regel worden ze aangetroffen in reeds gedolven grond van opgravingen, die wordt verwijderd voor de verbetering van verschillende bloembedden, gazons en openbare tuinen. Maar er waren ook grappige gevallen. Dus één Novgorodiaan getransplanteerd bloem binnenshuis van de ene pot naar de andere en in de grond vond ik een kleine berkenschorsrol.

Het aantal bij toeval gevonden letters bedraagt ​​bijna 3% totaal aantal. Dit is een aanzienlijk bedrag, en het zou natuurlijk leuk zijn om ze allemaal te dateren.

Academicus Zaliznyak ontwikkelde de zogenaamde extrastratigrafische dateringsmethode. De leeftijd van geletterdheid wordt bepaald door de intrinsieke eigenschappen van de taal. Dit zijn de vorm van letters, waarvan bekend is dat ze in de loop van de tijd veranderen, en de aanspreekvormen, en de vorm van de taal, aangezien taal zich met elke generatie enigszins ontwikkelt en verandert.

In totaal kunnen ongeveer vijfhonderd parameters worden gebruikt om een ​​inscriptie op berkenschors te dateren met behulp van een extrastratigrafische methode. Met deze methode kunnen brieven worden gedateerd met een nauwkeurigheid van ongeveer een kwart eeuw. Voor documenten van zevenhonderd jaar geleden is dit een uitstekend resultaat.

“Leer 300 kinderboeken”

Zeer interessant onderzoek naar brieven van berkenschors is van de doctor in de filologie, corresponderend lid van de Russische Academie van Wetenschappen Alexey Alekseevich Gippius. Hij kwam met een zeer beredeneerde hypothese over wie en waarom de eerste berkenbastbrieven begon te schrijven. Allereerst wees Alexey Alekseevich erop dat we vóór de officiële datum van de doop van Rus geen gegevens hebben die het gebruik van het Cyrillische alfabet tijdens deze periode bevestigen.

Maar na de doop beginnen dergelijke artefacten te verschijnen. Het zegel van Yaroslav de Wijze en de “Novgorod-code” is bijvoorbeeld het oudste Russische boek. Het werd relatief recent gevonden, in 2000. Dit zijn drie dunne lindehouten planken die op dezelfde manier met elkaar zijn verbonden als moderne boeken.

De tablet, die zich in het midden bevond, was aan beide zijden bedekt met een dunne laag was; de buitenste tabletten waren alleen van binnenuit bedekt met was. Op de pagina's van dit 'boek' staan ​​twee psalmen en het begin van de derde.

Hulpmiddelen voor het schrijven op berkenschors en was. Novgorod. XII-XIV eeuw

Dit monument zelf is erg interessant en verbergt veel geheimen, waarvan sommige al zijn opgelost. Maar in de context van brieven is het interessant omdat het dateert uit het begin van de 11e eeuw, terwijl de vroegste berkenschorsteksten in de jaren dertig van dezelfde eeuw werden geschreven.

Volgens professor Gippius betekent dit dat er na de doop van Rus en vóór het verschijnen van de eerste brieven een vrij lange periode was waarin er al een boekentraditie bestond, de staatsautoriteiten inscripties in hun attributen gebruikten en de traditie van het alledaagse schrijven was nog niet verschenen. Om deze traditie te laten verschijnen, moest deze eerst gevormd worden sociale omgeving, die bereid en in staat zouden zijn om deze communicatiemethode te gebruiken.

En informatie over hoe deze omgeving eruit had kunnen zien, werd ons aangeboden door de eerste Sofia Chronicle. Onder de 1030e verdieping wordt het volgende bericht gelezen: “Dezezelfde zomer is het idee van Yaroslav, en ik zal je verslaan en de stad Yuryev vestigen. En hij kwam naar Novugrad en verzamelde 300 kinderen van de oudsten en priesters en leerde hen boeken. En aartsbisschop Akim rustte uit; en zijn discipel was Efraïm, die ons onderwees.’

In het Russisch luidt deze passage als volgt: “In hetzelfde jaar ging Yaroslav naar Chud en versloeg haar en stichtte de stad Yuryev (nu Tartu). En hij verzamelde 300 kinderen van de priesters en oudsten om boeken te onderwijzen. En aartsbisschop Joachim rustte uit, en daar was zijn discipel Efraïm, die ons les gaf.’

En in dit nuchtere kronieksegment horen we blijkbaar de stem van een van die eerste Novgorod-schoolkinderen die, nadat ze klaar waren met studeren, de alledaagse traditie begonnen van het uitwisselen van berichten die op berkenschors waren gekrast.

"Van Roznet tot Kosnyatin"

De collectie berkenschorsletters wordt gemiddeld met anderhalf dozijn per jaar aangevuld. Ongeveer een kwart daarvan zijn volledige documenten. De rest zijn min of meer complete fragmenten van noten. In de regel probeerden de Novgorodianen, nadat ze het nieuws hadden ontvangen en gelezen, onmiddellijk het bericht te vernietigen. Dit is precies wat zoveel beschadigde berkenschorstonen verklaart. Hoe kleiner de letter, hoe groter de letter waarschijnlijker dat het niet verscheurd zal worden en ons volledig intact zal bereiken.

De enige volledige brief die dit jaar in Novgorod is gevonden, bevat de volgende tekst: “Ik ben een puppy.” In dit kleine stukje berkenschors is bovenaan een gaatje gemaakt van vijf bij vijf centimeter. Het is niet moeilijk te raden dat een kind deze zin heeft gekrabbeld om hem aan de halsband van zijn huisdier te hangen.

Het is echter verkeerd om te denken dat onze voorouders met of zonder reden berichten schreven. Novgorodianen waren pragmatici en schreven alleen brieven als dat nodig was.

Een enorme laag documenten-brieven die ons hebben bereikt. Een vader schrijft aan zijn zoon, een echtgenoot aan zijn vrouw, een huiseigenaar aan zijn klerk, en in de overgrote meerderheid van de gevallen is de inhoud uitsluitend zakelijk gerelateerd. Op de tweede plaats in termen van kwantiteit staan ​​bedrijfsgegevens, wie wie hoeveel schuldig is en van wie welke huur verschuldigd is. Er is zelfs een klein corpus van spreuken en spreuken.

De overgrote meerderheid van de brieven in het epistolaire genre begint met een zin die aangeeft van wie de boodschap is gericht, bijvoorbeeld ‘van Rozhnet tot Kosnyatin’. Ongetekende berkenschorsbrieven worden slechts in twee gevallen aangetroffen: als het militaire bevelen of rapporten zijn en als het liefdesbrieven zijn.

Elk jaar breiden wetenschappers hun opgebouwde kennis over berkenschorsdocumenten uit. Sommige eerder gemaakte transcripties blijken onjuist te zijn, en ogenschijnlijk grondig bestudeerde inscripties verschijnen voor onderzoekers in een geheel nieuw licht. Het lijdt geen twijfel dat de letters van berkenschors ons de komende jaren vele malen zullen verrassen en veel tot nu toe onbekende kenmerken van de oude Novgorodianen zullen onthullen.

Certificaat van berkenschors R24 (Moskou)

'Wij, meneer, gingen naar Kostroma, Yura en zijn moeder, meneer, draaiden ons achterin. En hij en zijn moeder namen 15 bel, tiun nam 3 bel, en toen, meneer, nam hij 20 bel en een half stuk.

Ondanks het feit dat er in Moskou al drie berkenschorsletters waren gevonden, was het de vierde die 'echt' bleek te zijn: een berkenbastletter van het type dat klassiek was in Novgorod. Feit is dat de eerste twee Moskouse charters zeer kleine fragmenten zijn waaruit het onmogelijk is de tekst te reconstrueren.

De derde, behoorlijk omvangrijk, maar met inkt geschreven. Deze manier van schrijven komt slechts één keer voor in Novgorod. De rest wordt op berkenschors gekrast met een schrijfapparaat dat het meest op een stylus lijkt.

Het is opmerkelijk dat het schrift al lang bekend was bij archeologen die de Russische Middeleeuwen bestudeerden, maar pas met de ontdekking van de eerste letters werd het doel van dit object duidelijk, dat voorheen als een haarspeld of speld werd beschouwd en soms ook werd beschouwd als een haarspeld. zelfs iets met een onzeker doel genoemd.

Moskou berkenschors document nr. 3, bewaard in de vorm van verschillende reepjes berkenschors.

Het vierde Moskou-charter is geschreven door een schrijver en bevat, zoals de meeste klassieke charters, een financieel verslag over een bepaalde onderneming, in dit geval over een reis naar Kostroma.

Een zekere man schrijft aan zijn meester: 'We gingen, meneer, naar Kostroma, en Yuri en zijn moeder keerden ons terug en namen 15 bel voor zichzelf, Tiun nam 3 bel, daarna nam de heer 20 bel en een halve roebel. ”

Dus iemand ging voor zaken naar Kostroma, en op het moment dat de brief werd geschreven, werden deze regio's beschouwd als het stilste en meest vreedzame bezit van de Moskouse prinsen vanwege hun afstand tot de Horde. En Yuri en een bepaalde moeder stuurden ze terug.

Bovendien kunnen reizigers die over zichzelf schrijven in meervoud, werden gedwongen afstand te doen van een aanzienlijk bedrag. In totaal gaven ze zowel Yuri als zijn moeder, en tiuna (zoals prinselijke gouverneurs in Moskoviet Rus werden genoemd) 28 bel en een half. Is het veel of weinig?

Bela is klein munteenheid, het werd zo genoemd omdat deze munt ooit analoog was aan de prijs van een eekhoornhuid. Uit dezelfde serie komt nog een munteenheid, de kuna, die qua prijs gelijk was aan de huid van een marter.

Academicus Valentin Lavrentievich Yanin voor Novgorod uit een iets eerder tijdperk definieert de waarde van een wit als 1,87 g zilver, dat wil zeggen, 28 blanken zijn gelijk aan 52,36 gram zilver.

Poltina betekende in de oudheid een halve roebel, en de roebel was in die tijd geen munt, maar een zilveren baar van 170 gram.

Zo namen de auteurs van Moskou-handvest nr. 4 afscheid van geld, waarvan de totale waarde kan worden geschat op 137 gram zilver! Als we dit vertalen naar huidige prijzen in investeringsmunten blijkt dat het verlies 23,4 duizend roebel bedroeg. Het bedrag is behoorlijk aanzienlijk voor een moderne reiziger als hij er zomaar afstand van moet doen.

Dmitry Rudnev

De moderne mens is geïnteresseerd in hoe zijn voorouders vele eeuwen geleden leefden: waar dachten ze aan, wat waren hun relaties, wat droegen ze, wat aten ze, waar streefden ze naar? En de kronieken berichten alleen over oorlogen, de bouw van nieuwe kerken, de dood van prinsen, verkiezingen van bisschoppen, zonsverduisteringen en epidemieën. En hier komen berkenbastbrieven te hulp, wat historici beschouwen als het meest mysterieuze fenomeen in de Russische geschiedenis.

Wat is een berkenschorsbrief

Het eerste berkenschorscharter

De eerste berkenschorsbrief werd op 26 juli 1951 gevonden tijdens archeologische opgravingen in de Dmitrovskaja-straat in Novgorod. Het charter werd gevonden in een opening tussen de planken van een 14e-eeuwse stoep. Voor de archeologen lag een dikke berkenschorsrol, die, als de letters er niet waren geweest, voor een vissersvlotter had kunnen worden aangezien. Ondanks het feit dat het document door iemand werd verscheurd en in de Kholopyastraat werd weggegooid (zo heette het in de Middeleeuwen), behield het vrij grote delen van de bijbehorende tekst. Het document telt 13 regels - slechts 38 cm - en hoewel de tijd er niet gunstig voor is geweest, is de inhoud van het document niet moeilijk te begrijpen. In de brief stonden de dorpen vermeld die belasting betaalden aan sommige Roma. Na de eerste ontdekking volgden anderen.

Waar schreven de oude Novgorodianen over?

In de berkenschorsbrief die de klerk aan de meester stuurde, staat: “ Buig van Michael naar Meester Timofy. De aarde is er klaar voor, we hebben zaden nodig. Ze kwamen, meneer, een eenvoudige man, en we durven rogge te maken zonder uw woord».

Tussen de brieven werden liefdesbriefjes en zelfs een uitnodiging voor een intieme date gevonden. Er werd een briefje van de zus aan haar broer gevonden, waarin ze schrijft dat haar man zijn minnares naar huis bracht, en dat ze dronken werden en haar halfdood sloegen. In hetzelfde briefje vraagt ​​de zuster haar broer om snel te komen en voor haar te bemiddelen.

Berkenbastletters bleken niet alleen als letters te worden gebruikt, maar ook als aankondigingen. Zo bevat briefnummer 876 een waarschuwing dat er de komende dagen herstelwerkzaamheden zullen plaatsvinden op het plein.

De waarde van berkenbastbrieven ligt volgens historici in het feit dat de overgrote meerderheid alledaagse brieven zijn, waaruit je veel kunt leren over het leven van Novgorodianen.

Berkenbast taal

Hoeveel diploma’s zijn er in totaal?

Modern onderzoek

Het blijft voor wetenschappers een mysterie hoe de Novgorodianen precies brieven uitwisselden en wie de brieven bij de ontvangers afleverde. Helaas zijn er tot nu toe alleen theorieën over deze kwestie. Het is mogelijk dat Novgorod al in de 11e eeuw een eigen postkantoor had, of op zijn minst een ‘koeriersbezorgdienst’ die speciaal was ontworpen voor brieven van berkenschors.

Een even interessant historisch onderwerp waarmee men de tradities van het oude Slavische dameskostuum kan beoordelen.

In 1951 ontdekte de archeologische expeditie van Artemy Vladimirovich Artsikhovsky, die opgravingen uitvoerde in Novgorod, de eerste berkenschorsbrief. En sindsdien zijn ze in overvloed gevonden, en niet alleen in Veliky Novgorod. Brieven van berkenschors werden een historische sensatie, omdat ze het mogelijk maakten om meer te weten te komen over het dagelijkse leven van mensen in de Russische Middeleeuwen. Hoe zijn onze ideeën over het leven van onze voorouders veranderd? Doctor in de filologische wetenschappen Alexey Gippius, professioneel gespecialiseerd in de studie van berkenschorsletters, vertelt het verhaal.

Kleur de omtrekken

— Alexey Alekseevich, hoe veranderde de ontdekking van berkenschorsdocumenten de ideeën van historici over de cultuur van het oude Rusland?

“Het breidde ze aanzienlijk uit.” Dankzij de studie van berkenschorsletters werd het dagelijkse leven van het oude Rus aan ons onthuld. Voordien was onze kennis over dit tijdperk gebaseerd op kronieken, op juridische teksten als ‘Russische Waarheid’. De kronieken gaan over gebeurtenissen en figuren uit de ‘grote’ geschiedenis; de helden zijn prinsen, adel en hoge geestelijken. Hoe leefde je? gewone mensen- stadsmensen, boeren, kooplieden, ambachtslieden? We zouden dit indirect alleen aan de hand van juridische teksten kunnen beoordelen, maar het zijn geen specifieke mensen die daar verschijnen, maar gewoon bepaalde sociale functies. De ontdekking van berkenschorsletters maakte het mogelijk om de echte karakters in dit ‘kleine’ verhaal direct te zien. Die algemene contouren die we eerder hadden, zijn gekleurd en krijgen specifieke contouren.

- En welke aspecten van het leven van mensen uit die tijd kunnen we beoordelen aan de hand van berkenbastbrieven?

— Berkenbastbrieven zijn schrijfsels van praktische aard. Toen de oude Russen het ‘schrift’ ter hand namen (dit is een puntige metalen staaf die werd gebruikt om letters op berkenbast te krabben; de Grieken noemden het stylos), kwamen ze voort uit een soort dagelijkse noodzaak. Stuur bijvoorbeeld tijdens een reis een brief naar uw familie. Of schrijf een verklaring voor de rechtbank. Of maak een soort herinnering voor jezelf. Daarom laten berkenschorsletters ons vooral kennismaken met praktisch leven dat tijdperk. Van hen leren we fundamenteel nieuwe dingen over de structuur van het oude Russische financiële systeem, over de oude Russische handel, over het rechtssysteem – dat wil zeggen over wat we heel weinig weten uit de kronieken; de kronieken gaan niet in op zulke ‘kleinigheden’. .

– Zijn er tegenstrijdigheden tussen wat we weten uit de kronieken en wat er in de berkenschorsbrieven staat?

— In theorie zouden er geen tegenstrijdigheden mogen zijn. Maar om de inhoud van berkenschorsbrieven correct te correleren met andere bronnen (voornamelijk kronieken), moet men ze correct begrijpen. En hier is er een probleem. In berkenschorsletters worden mensen in de regel alleen met namen aangeduid, en je moet uitzoeken wie ze zijn: kooplieden, krijgers, priesters, boyars. Dat wil zeggen dat wanneer sommige Milyata bijvoorbeeld zijn broer aanspreken, je moet begrijpen dat Milyata een koopman is. En wanneer Miroslav aan Olisey Grechin schrijft, wordt vastgesteld dat de eerste de burgemeester is en de tweede een lid van de rechtbank. Dat wil zeggen, het is noodzakelijk om de auteurs en karakters van berkenschorsbrieven te correleren met hun sociale status en functie. En dit is niet altijd gemakkelijk. Over het algemeen kunnen we op deze manier antwoorden: er zijn geen duidelijke tegenstrijdigheden, maar onze ideeën over deze aspecten van het leven, ontleend aan kronieken, zijn uiterst benaderend en onnauwkeurig - dankzij de berkenschorsletters worden ze niet alleen nauwkeuriger, maar ook gevuld met leven. Dit lijkt ongeveer op een potloodomtrek van een menselijke figuur - en dezelfde figuur beschilderd met verf, in al zijn details.

– Is het waar dat berkenschorsletters specifiek in de regio Novgorod worden aangetroffen en daarom alleen nieuwe informatie verschaffen over het dagelijks leven van de Novgorodiërs?

- Nee dat is niet waar. Nu zijn er in twaalf steden berkenschorsletters gevonden, waaronder Pskov, Tver en Torzhok. Trouwens, en Moskou - in Moskou werden zeven berkenschorsletters ontdekt. En het meest zuidelijke punt is Zvenigorod-Galitsky in Oekraïne. Maar de waarheid is dat archeologen de meeste berkenschorsletters in Veliky Novgorod hebben gevonden. Daar werden er 1089 gevonden dit moment, en in alle andere steden samen - 100. De reden is niet dat de Novgorodianen meer geletterd waren dan anderen en meer schreven - het is gewoon dat er zo'n bodem is waarin berkenschors beter bewaard blijft. Het schrijven van berkenschors was wijdverspreid over het hele grondgebied van Rus.

Overigens werden soortgelijke (inhoudelijke) letters niet alleen in Rus gebruikt - de Scandinaviërs hadden ze ook. In Noorwegen is er bijvoorbeeld het zogenaamde "Bergen-archief" - dit zijn documenten van ongeveer hetzelfde type: privédocumenten, brieven, aantekeningen ter herinnering. Maar niet op berkenschors, maar op houten planken en spanen.

- Trouwens, waarom niet op berkenschors? Berkenbomen groeien ook in Scandinavische landen.

“Ik denk dat het gewoon een kwestie is van gevestigde traditie.” In Rus ontstond het schrijven samen met de adoptie van het christelijk geloof en de christelijke cultuur. Daarom is het belangrijkste type Slavische geschreven tekst een boek, genaaide vellen perkament. En in zekere zin lijkt een berkenschorsblad op een perkamentblad. Zeker als je het aan de randen afknipt, zoals vaak werd gedaan. Onder de Scandinaviërs ontstond hun schrift - runen - veel eerder dan deze volkeren de doop accepteerden. En net zoals ze al lang gewend waren runen in houtsnippers en planken te snijden, bleven ze die uitvoeren.

Prins Yaroslav-school

Novgorod, 1180-1200
Inhoud: Van Torchin tot Gyurgiy (over eekhoornhuiden)

— Voor zover ik mij herinner, dateren de vroegste berkenschorsbrieven uit het begin van de 11e eeuw. Een logische vraag: waar in oude Rus' Zijn er zoveel geletterde mensen verschenen als het schrijven ontstond na de doop van Rus?

— Een kleine verduidelijking: de vroegste berkenschorsletters dateren uit de jaren dertig van de 11e eeuw. Dat wil zeggen, tussen de doop van Rus in 988 en het verschijnen van alledaags schrift op berkenschors - ongeveer een halve eeuw. Kennelijk waren deze halve eeuw precies wat er nodig was om een ​​generatie te creëren voor wie schrijven niet iets speciaals is, maar iets heel gewoons, alledaags.

-Waar komt deze generatie vandaan? Is het uit zichzelf gegroeid of is het speciaal gekweekt?

“Het is speciaal geteeld en we weten zelfs precies hoe.” Het verschijnen van de eerste berkenschorsbrieven valt opmerkelijk samen met de getuigenis van de Novgorod-kroniek, die vertelt hoe Prins Yaroslav in 1030 naar Novgorod kwam en een school oprichtte. “Hij verzamelde 300 kinderen van de priesters en ouderlingen en stuurde ze naar boekstudies.” Soms worden er vraagtekens geplaatst bij dit kroniekverslag, maar ik beschouw het als behoorlijk betrouwbaar. Er is overigens ook bevestiging vanuit “onafhankelijke bronnen”. In de Scandinavische saga over Olaf Trygvasson staat dat hij onder Yaroslav in Novgorod naar school ging. Helaas kunnen we niet beoordelen hoe lang deze school heeft bestaan, maar het was uiteraard een zeer belangrijke culturele onderneming.

Deze driehonderd kinderen leerden dus lezen en schrijven en werden, zoals ze nu zeggen, de intellectuele elite van de Novgorod-samenleving; zij vormden de sociale basis voor de verspreiding van geletterdheid. Dat wil zeggen, ze correspondeerden met elkaar en leerden zeer waarschijnlijk hun vrienden en, naarmate ze opgroeiden, hun kinderen lezen en schrijven. Zo breidde de kring van geletterde mensen zich snel uit.

Bovendien werden de voordelen van geletterdheid snel door kooplieden gewaardeerd. Nu is er discussie of er in Rus al vóór de officiële doop een soort 'commercieel' geschrift bestond. Maar dit is onwaarschijnlijk. Archeologische gegevens uit Novgorod geven aan dat er tot de jaren dertig van de 11e eeuw zoiets niet bestond. Dat wil zeggen, er werd veel berkenschors gevonden, maar met tekeningen, en niet met dit of dat schrift.

Trouwens, er is het beroemde Novgorod-waspsalter, dat dateert uit ongeveer 1000. Dat wil zeggen, het tijdperk waarin het schrijven van boeken al was verschenen, maar het dagelijkse gebruik ervan nog niet had plaatsgevonden.

De codex van drie lindetabletten lag volledig intact in de grond. Hoe hij daar terechtkwam weten we niet; misschien was het boek onder tragische omstandigheden verborgen. Maar niemand verborg de letters van berkenbast. Ze werden gewoon weggegooid als gewoon afval.

- Dus hoe?

- Ja, ze werden weggegooid omdat ze niet nodig waren. De persoon las de brief of het briefje, ontving de informatie en gooide deze vervolgens weg. Paradox: dat is precies de reden waarom deze berkenschorsletters tot op de dag van vandaag bewaard zijn gebleven. Wat zorgvuldig bewaard was gebleven, stierf in branden (bedenk dat alle oude Russische huizen vroeg of laat afbrandden). En wat werd weggegooid, kwam in de bodem terecht, in de zogenaamde culturele laag, en in de bodem van Novgorod blijft al het organische materiaal perfect bewaard.

Interessant is dat de letters van berkenschors die gevonden zijn op de plek van huizen die daar ooit stonden, alleen bewaard zijn gebleven omdat ze door de kieren tussen de vloerplanken vielen en ter hoogte van de lagere kronen terechtkwamen (die kunnen bij brand bewaard blijven) . Trouwens, tijdens opgravingen van stedelijke landgoederen worden documenten van berkenschors ongelijkmatig gevonden: op sommige plaatsen is hun concentratie per oppervlakte-eenheid groter, op andere minder. Dus waar er meer zijn, daar waren, zoals we aannemen, vuilstortplaatsen, beerputten.

— Welke periode bestrijken de berkenschorsdocumenten? Welke zijn de nieuwste?

— De laatste dateren uit het midden van de 15e eeuw, dat wil zeggen dat berkenschorsletters ongeveer 400 jaar wijdverspreid waren, van het midden van de 11e eeuw tot het midden van de 15e eeuw.

- Waarom stopten ze later?

“Het is een combinatie van twee omstandigheden.” Ten eerste de verspreiding van papier als goedkoop materiaal dat een alternatief is geworden voor goedkope berkenschors. Ten tweede is de cultuurlaag van Novgorod tegen die tijd al veranderd, wordt de grond minder vochtig, waardoor berkenschors er niet langer in bewaard blijft. Misschien zijn de Novgorodianen niet gestopt met schrijven op berkenschors, maar deze brieven hebben ons alleen niet langer bereikt.

— Zijn er gevallen bekend waarbij berkenschorsbrieven over lange afstanden werden verzonden?

- Ja, ze zijn bekend. Er werden bijvoorbeeld vijf brieven van de koopman Luke aan zijn vader gevonden. In een daarvan schrijft hij dat hij ergens uit het noorden komt, en klaagt hij dat daar, in Zavolochye, de eekhoorn duur is - ze hebben hem niet gekocht. Hij schrijft nog een brief ergens aan de Dnjepr, waar hij op de Griekse man zit te wachten. En de Griek is een koopmanskaravaan die uit Byzantium komt. Of hier is nog een voorbeeld: een zoon nodigt zijn moeder uit: "Kom hier, naar Smolensk of Kiev, brood is hier goedkoop."

Per magazijn


Novgorod, 1100-1120
Inhoud: Liefdesbrief

– Je zei dat berkenschorsbrieven werden verspreid over alle steden van het oude Rusland. Hun inhoud was overal hetzelfde, of is dat nog steeds regionale verschillen?

— In principe zijn er geen bijzondere verschillen; overal is het alledaags schrijven. Het specifieke van Novgorod zou kunnen liggen in de bijzondere intensiteit van de correspondentie die de stad verbindt met haar landelijke districten, ook de zeer afgelegen gebieden. Dit is hoe het land van Novgorod was gestructureerd. Er is een hoofdstad, Novgorod, en daaromheen liggen de landgoederen van de Novgorod-boyars. De boyars zelf wonen in de stad, en de managers, oudsten, corresponderen met de hoofdstad, kopen en verkopen allerlei soorten goederen, benodigdheden, betalen belasting - en dit alles komt tot uiting in berkenschorsbrieven.

— Schoolgeschiedenisboeken geven een voorbeeld van berkenschorsletters - waarin de jongen Onfim zichzelf afbeeldde als een ruiter die een slang doorboorde met een speer. Soms wordt gesuggereerd dat deze brief een blad is uit zijn schoolschrift, dat wil zeggen dat schoolkinderen zelfs in die tijd notitieboekjes hadden.

- Laten we beginnen met het feit dat veel brieven van Onfim zijn gevonden, en niet alleen de tekening die in schoolboeken belandde. Maar dit zijn individuele bladeren van berkenschors, die fysiek nooit één geheel vormden. Dit zijn zijn verschillende aantekeningen van studenten, maar geen notitieboekje.

Over het algemeen waren er notitieboekjes van berkenschors. Ze hebben ons bereikt. Om precies te zijn, er zijn afzonderlijke vellen aangekomen, maar het is duidelijk dat ze oorspronkelijk in een notitieboekje zijn genaaid. Er is bijvoorbeeld een ingang avondgebeden, dit is zo'n klein boekje dat alle kenmerken van een echt boek heeft. Er is een screensaver, er is een lijn. Of hier is een tekst van magische aard, waarmee parallellen bestaan ​​in het Grieks en het Koptisch, en in het algemeen werd deze tekst over het hele Middellandse Zeegebied verspreid, de zogenaamde ‘Legende van Sisini’* (VOETNOT: De Legende van Sisini is een verzameling magische teksten die bestonden in de tradities van veel volkeren. Het wordt zo genoemd naar een van de personages, Sisinia. De belangrijkste inhoud zijn magische samenzweringen die de moeder en de pasgeborene beschermen tegen kwade krachten. - Vert). Het werd ook opgeschreven op berkenschorsvellen die in een boek waren genaaid.

Novgorod, 1280-1300
Berkenbast boek:
twee gebeden

— En waren er naast Onfim nog andere voorbeelden van aantekeningen van studenten tussen de berkenbastbrieven?

- Die waren er natuurlijk. Overigens is het noodzakelijk om uit te leggen hoe het basisschoolonderwijs toen was georganiseerd. Eerst hebben we het alfabet bestudeerd en letters geleerd. Toen begon de student zogenaamde magazijnen te schrijven, dat wil zeggen combinaties van klinkers en medeklinkers. “Ba”, “va”, “ga”, “da”, “zijn”, “ve”, “ge”, “de”. Met andere woorden, lettergrepen. En pas toen kwam het tot het lezen van de teksten. De Oud-Russische primer was het Psalter en het Getijdenboek* (Het Psalter is een verzameling psalmen gecomponeerd door koning David, een van de boeken Oude Testament. Het getijdenboek is een boek met de teksten van de onveranderlijke gebeden van de dagelijkse liturgische cyclus. — Ongeveer. red.), werden de teksten van daaruit voorgelezen. Er werden dus veel berkenschorsbladeren gevonden met geschreven 'pakhuizen'. Trouwens, dezelfde Onfim heeft gevallen waarin hij een samenhangende tekst begint te schrijven, bijvoorbeeld een soort gebed: "alsof..." - en dan verdwaalt in het schrijven van lettergrepen die beginnen met de letter "e": "alsof be-ve-ge -de".

– In hoeverre heeft de studie van berkenschorsdocumenten de ideeën van historici over het oude Russische onderwijs veranderd?

— We weten eigenlijk vrij weinig over hem. Afgaande op de letters van berkenschors was deze opleiding van de meest elementaire aard, het alfabet werd geleerd samen met de grondbeginselen van het orthodoxe geloof. Maar over het algemeen weten we niets over verdere fasen. Er is echter bewijsmateriaal van metropoliet Kliment Smolyatich (12e eeuw); een van zijn werken vermeldt het bestaan ​​van een zogenaamde 'schedografie' in Rus' - dit is al een zeer gevorderd stadium van de Byzantijnse kennis. Maar de Metropolitan noemt dit een soort delicatesse, een grote zeldzaamheid.

Ontdek het lot van de kloosterkoe

Novgorod, 1420-1430
Inhoud: Van Koshchei en deelpachters (geef paarden a.u.b.)

—Hebben onze ideeën over het kerkelijk leven van het oude Rus zich uitgebreid dankzij de berkenschorsletters?

— Ja, ze breidden zich uit, maar niet onmiddellijk. In eerste instantie, toen er alleen opgravingen werden uitgevoerd op de opgravingslocatie Nerevsky in Novgorod, leek het erop dat berkenschorsletters een puur seculier fenomeen waren; daar werden helemaal geen teksten over kerkelijke onderwerpen gevonden. Maar op de opgravingslocatie Troitsky, waar al sinds de jaren zeventig wordt gewerkt, bleek de situatie compleet anders. Ruim vijf procent van de daar aangetroffen teksten zijn kerkelijke teksten. Opnemen bijvoorbeeld kerkelijke feestdagen, vallend in de herfst. Of bijvoorbeeld een samenvatting van Paasmetten. Dat wil zeggen, ze waren aan het praten moderne taal, de werkgegevens van priesters die zij nodig hebben in hun bediening.

Een ander voorbeeld, niet uit Novgorod, is een brief van Torzjok, een lang citaat uit een leer die hoogstwaarschijnlijk tot de pen van St. Cyrillus van Turov behoorde. Het charter werd geschreven aan het einde van de 12e eeuw of in begin van XII Ik eeuw. Inhoudelijk is dit simpelweg een lange lijst zonden. Hoogstwaarschijnlijk een voorbereiding op een preek die de priester ging voorlezen.

Ik merk op dat dergelijke brieven geen spirituele verhandelingen zijn, geen pogingen tot een of andere vorm van religieuze zelfexpressie, maar puur praktische, toegepaste kerkelijke geschriften.

Trouwens, dat is zo prachtig voorbeeld, wanneer het fragment in hetzelfde handschrift is geschreven kerkelijke kalender, En zakelijke brief van Ludslav tot Khoten. Het is logisch om aan te nemen dat de priester in het eerste geval de opname voor zichzelf maakte en in het tweede geval als schrijver optrad.

— Dus kwamen ze naar de priester en vroegen hem om te helpen bij het schrijven van een brief?

- Precies. En dit is trouwens een kenmerk van het kerkelijke leven in Novgorod: de geestelijkheid en het kloosterleven leefden niet geïsoleerd, maar zij aan zij met de leken, beïnvloedden hun buren en beïnvloedden hen ook in de zin van de briefcultuur. Oud-Russische berkenschorsletters beginnen bijvoorbeeld vaak met het woord ‘aanbidden’ en eindigen met ‘Ik kus je’. De verwijzingen naar de apostolische brieven liggen voor de hand (“groet elkaar met een heilige kus” – woorden uit de brief van de apostel Paulus aan de Romeinen, 16:16), en deze traditie komt duidelijk voort uit een spirituele omgeving.

Ik heb de opgravingslocatie Trinity al genoemd. Ik zal hieraan toevoegen dat het in het midden wordt verdeeld door de Chernitsyna-straat, en het wordt zo genoemd omdat er sinds de 12e eeuw het Varvarin-klooster stond, een van de beroemdste kloosters. Het lag midden in de stedelijke ontwikkeling en was op geen enkele manier gescheiden van de aangrenzende koopmans- en boyar-landgoederen. Onder de brieven die bij de opgraving van de Drie-eenheid zijn gevonden, zijn er enkele die duidelijk zijn geschreven door nonnen van dit klooster (laat me u eraan herinneren dat nonnen vroeger in de volksmond Tsjernitsy werden genoemd). Bovendien zijn dit slechts alledaagse opnames. Bijvoorbeeld: 'Wat betreft het feit dat ik je drie delen voor de krijger heb gestuurd, kom dan snel', 'zoek uit of Matvey in het klooster is?' (Matvey is, afgaande op de context, een priester). Of bijvoorbeeld de nonnen maken zich zorgen over het lot van de kloosterkoe: “Is de vaars van St. Barbara gezond?”

Het moet gezegd worden dat de brieven die in dit deel van de stad gevonden worden, gekenmerkt worden door frequente vermeldingen van God in stabiele uitdrukkingen: “God verdelen” (dat wil zeggen, ter wille van God), “God strijdt” (dat wil zeggen: vrees God). ). Het is heel goed mogelijk dat de reden hiervoor de invloed van het klooster op zijn buren is.

Ik merk op dat de geestelijken zichzelf destijds nog niet als een soort speciale klasse erkenden; er waren nog geen klassenbarrières. Ik heb bijvoorbeeld Olisey Grechin al genoemd. Dit is een geweldig cijfer! Aan de ene kant is hij priester, aan de andere kant kunstenaar en iconenschilder, en aan de derde kant een grote stadsbestuurder, zou je kunnen zeggen, een ambtenaar. En hij kwam uit de Novgorod Boyar-omgeving, maar hij volgde het spirituele pad.

Hier is nog een heel interessant voorbeeld. Dit is een berkenschorsbrief uit het begin van de 15e eeuw, een brief aan aartsbisschop Simeon - een zeldzaam geval wanneer alles in de adresformule in duidelijke tekst geschreven. "Vladyka Simeon wordt van jong tot oud met zijn voorhoofd geslagen door alle inwoners van het Rzhevsky-district en het Oshevsky-kerkhof." De brief is een verzoek om diaken Alexander te benoemen tot plaatselijke priester, waarin hij als volgt argumenteert: “voordat zijn vader en grootvader zongen bij heilige moeder van God in Oshewa." Dat wil zeggen, het betekent dat ze een priesterlijke dynastie hadden, eerst diende de grootvader van deze diaken Alexander in de plaatselijke kerk, daarna zijn vader, en nu, na de dood van zijn vader, staat de kerk 'zonder te zingen', dat wil zeggen: zonder kerkdiensten, en voor de hervatting ervan is het noodzakelijk Alexander tot priester te maken.

“Ik heb ergens gelezen dat de geestelijkheid van Novgorod het niet echt goedkeurde dat mensen brieven op berkenschors schreven. Dit werd gezien als een soort ontheiliging van de hoge kunst van het schrijven, die heilige betekenis…

- Dit is sterk overdreven. In feite hebben we het over slechts één persoon die in de 12e eeuw leefde, de beroemde Kirik van Novgorod, die zijn gesprekken met bisschop Niphon opnam. En hij stelde hem echt een vraag: "Is het geen zonde, Vladyka, om met je voeten op brieven te lopen als ze worden weggegooid, maar de letters zijn wel te onderscheiden?" Er bestaat enige bezorgdheid in deze kwestie. Bovendien, gezien het feit dat de teksten zelf, die in overvloed op de trottoirs van Novgorod verspreid lagen, voor 98% alledaags en godslasterlijk waren, is dit niet hetzelfde als de angst voor ontheiliging van een heiligdom. Nee, Kirik maakte zich zorgen over het feit dat de brieven met de voeten werden getreden. Brieven zijn als een soort heilige essentie. Maar belangrijker nog: de bisschop gaf hierop geen enkel antwoord. Zoals er wordt gezegd, “hij bleef stil.” Blijkbaar zag Niphon, als verlichte hiërarch met een goede Griekse achtergrond, niets zondigs in het alledaagse gebruik van het schrift.

Over diep persoonlijk


Novgorod, 1180-1200
Inhoud: Over het voornemen om op bedevaart te gaan

— Weerspiegelden de berkenschorsletters ethische momenten, bepaalde menselijke relaties, thema's van rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid? En zo ja, werd de invloed van het christendom gevoeld?

— Er was invloed. De uitdrukkingen "In godsnaam", "vrees God" - in die tijd waren dit niet alleen maar beeldspraak. Of het klinkt bijvoorbeeld in één letter verborgen dreiging: “Als het je niet lukt (als je niet doet wat ik je vroeg), zal ik je dat vertellen aan de Heilige Moeder van God, bij wie je naar het bedrijf bent gekomen.” Dat wil zeggen: "Ik zal je verraden aan de Heilige Moeder van God, aan wie je een eed hebt afgelegd." Dat wil zeggen, een directe, zeer harde en zeer retorisch geformuleerde bedreiging, die enerzijds een beroep doet op het kerkelijk gezag en anderzijds op de diep heidense praktijk van de eed (“rota”), die van oorsprong diep heidens is. . Naar een praktijk die al past in het nieuwe christelijke leven. Dit is een voorbeeld van een christelijke basiscultuur.

Een ander voorbeeld is een opmerkelijke brief uit de 11e eeuw, geschreven door een jonge vrouw aan haar minnaar. Ze verwijt hem vooral: "Misschien heb ik je pijn gedaan door je naar je toe te sturen?" Een heel subtiele emotionele toon, het klinkt volkomen modern. En de brief eindigt met de woorden: "Als je begint te spotten, zullen God en mijn slechtheid je oordelen." Deze ‘mijn dunheid’ is een literaire uitdrukking met een beroemde Griekse bron. Het is bijvoorbeeld te vinden in de Kiev-Pechersk Patericon uit de 13e eeuw, waar een van de auteurs, bisschop Simon, over zichzelf schrijft. Dit betekent ‘mijn onwaardigheid’. En een Novgorod-vrouw uit de 11e eeuw gebruikt dezelfde uitdrukking in relatie tot zichzelf!

De geadresseerde van deze brief scheurde hem en gooide stroken berkenschors in een knoop op de stoep.

Er zijn nog andere voorbeelden van 'relationele' brieven - bijvoorbeeld een brief waarin een vader zijn dochter instrueert: het zou beter voor je zijn om bij je broer te wonen, maar je communiceert op de een of andere manier met hem door middel van geweld. En dit alles draagt ​​duidelijk de stempel van de christelijke ethiek.

Maar er zijn als het ware ook teksten met het tegenovergestelde teken: dat wil zeggen magische inhoud. Dit zijn complotten, er zijn er ongeveer een dozijn gevonden. Hier is bijvoorbeeld een samenzwering tegen koorts: “Verre engelen, verre aartsengelen, bevrijd Gods dienaar Micha van het beven met de gebeden van de Heilige Moeder van God.” Er zijn iets minder dan een dozijn van dergelijke teksten, ongeveer hetzelfde aantal als canonieke gebeden en hun fragmenten. Maar we moeten er uiteraard rekening mee houden dat christelijke teksten zelf in principe minder kans hadden om op berkenbast bewaard te blijven. Niemand wilde ze weggooien, er werd voor gezorgd - en alles wat zorgvuldig werd bewaard, stierf uiteindelijk in brand. Samenzweringen werden gezien als iets functioneels, niet bijzonder waardevol. Ze werden gebruikt en weggegooid.

Dit is de paradox: wat werd opgeslagen stierf, maar wat werd weggegooid bleef. Er was berkenbast schrijven, waarvoor is ontworpen langdurig gebruik, dat zorgvuldig werd bewaard – en dat ons juist om deze reden vrijwel nooit heeft bereikt. Hier is de zeldzaamste uitzondering: een groot document van 60 cm lang. Dit is de leer van een vrouw, het behoudt de adresformule "van Martha", het formulier "schreef" blijft behouden (dat wil zeggen, er wordt benadrukt dat dit een uittreksel uit een bepaalde bron is). En dan zijn er praktische instructies zoals 'laat naar bed gaan, vroeg opstaan', instructies voor het zouten van vis, en aan het einde over ouders: als ze al arbeidsongeschikt zijn, zoek dan een ingehuurde arbeider voor hen. Dat wil zeggen, dit is de voorloper van berkenbast van "Domostroy", en de auteur is een vrouw.

Over het algemeen leerden we alleen dankzij berkenbastbrieven dat de vrouwen in het oude Rusland helemaal niet donker en analfabeet waren. Er zijn velen van hen onder de auteurs van berkenschorsbrieven.

– Is het altijd gemakkelijk te begrijpen waar het over gaat? we praten over in een berkenschorsbrief?

— Dit is over het algemeen een probleem: wat betekent het om de tekst correct te begrijpen? Het gebeurt, en heel vaak, dat we vertrouwen hebben in letters, in het verdelen ervan in woorden (laat me je eraan herinneren dat woorden in oude Russische teksten niet altijd door spaties werden gescheiden), maar we begrijpen nog steeds niet echt waar het over gaat. Laten we dit voorbeeld nemen: neem 11 hryvnia van Timoshka voor een paard, evenals een slee, een halsband en een deken. Wat houdt dit verzoek in? De akte werd ongeveer veertig jaar geleden gevonden, maar pas onlangs begrepen we wat er aan de hand was: het paard was weg, Timoshka had het paard vernield en we moesten er geld voor krijgen. monetaire compensatie en overige bezittingen. Dat wil zeggen, het is niet genoeg om de tekst te begrijpen, je moet ook de context reconstrueren, en dit is een apart, zeer interessant onderzoeksgebied.

— Bestaan ​​er stereotypen over berkenschorsletters?

- Ja, ze bestaan. En dit is in de eerste plaats de mening dat in Novgorod (en in het oude Rusland in het algemeen) iedereen geletterd was. Natuurlijk is dit niet waar. Schrijven, vooral in vroeger, had nog steeds een elitair karakter. Als het niet alleen door de hogere klassen werd gebruikt, maar ook door gewone mensen, volgt hieruit niet dat alle kooplieden of ambachtslieden geletterd waren. Dan heb ik het nog niet eens over het feit dat we in steden berkenschorsletters tegenkomen. Onder de plattelandsbevolking was de alfabetiseringsgraad veel lager.

- Waar volgt de conclusie dat geletterdheid, althans onder de stedelijke bevolking, niet universeel was?

— Wanneer we berkenschorsletters bestuderen, proberen we uiteraard hun karakters te vergelijken met historische figuren die in de kronieken worden genoemd. Er zijn dus nogal wat gevallen waarin we kunnen bewijzen dat de persoon over wie het in de berkenschorsbrief is geschreven precies de persoon is over wie het in de kroniek is geschreven. Stel je nu voor dat iedereen kan lezen en schrijven, iedereen schrijft berkenbastbrieven. In dit geval zou de waarschijnlijkheid van een dergelijke identificatie verwaarloosbaar zijn. Zo'n hoog percentage toevalligheden tussen de 'berkenbast'-personages en die in de kronieken kan dus alleen worden verklaard door het feit dat de kring van geletterde mensen beperkt was. Een ander ding is dat deze cirkel niet gesloten was, dat er mensen uit verschillende klassen bij betrokken waren, en dat deze zich geleidelijk uitbreidde.

Er is er nog één belangrijk punt: geletterde mensen schreven brieven niet altijd persoonlijk; ze konden gebruik maken van het werk van schriftgeleerden (vaak geestelijken). We hebben bijvoorbeeld zo'n prachtig karakter in berkenschorsletters, zijn naam is Peter, en we identificeren hem met Peter Mikhalkovich, bekend uit de kronieken, die zijn dochter trouwde met prins Mstislav Yuryevich, de zoon van Yuri Dolgoruky. Dus hieruit kwam Peter in totaal 17 teksten... geschreven in verschillende handschriften. Misschien heeft hij er enkele met zijn eigen hand geschreven, maar over het algemeen heeft iemand met zo'n hoge sociale status competente bedienden bij zich en dicteert hij hen. Omdat hij zelf waarschijnlijk geletterd is.

— Hoeveel berkenschorsletters zijn er volgens jou nog niet opgegraven?

“Ik denk dat de olie veel eerder op zal zijn dan de berkenschorsletters.” Als alles in hetzelfde tempo doorgaat als nu, hebben we genoeg werk voor 500 jaar. Het is waar dat we tegen die tijd zelf al figuren uit het verre verleden zullen zijn.

Op de hoofdband: Certificaat van de jongen Onfim: fragmenten van liturgische teksten, XIII eeuw. (fragment)

Kaplan Vitaly

Het eerste charter van Novgorod werd gevonden op 26 juli 1951. Tegenwoordig, bijna 65 jaar later, omvat de collectie van wetenschappers meer dan 1.000 berkenschors, waarvan het leeuwendeel werd gevonden in Veliky Novgorod, het kleinere deel in Staraya Russa, Torzhok, Pskov en andere steden. Deze geografie van vondsten wordt uitgelegd Natuurlijke omstandigheden: organische stof blijft goed behouden in vochtige grond als het niet in contact komt met lucht. Blijkbaar zijn de bodems van Novgorod uitstekend geschikt voor het “behoud” van middeleeuwse geschreven monumenten. De eerste ons bekende charters dateren uit de 11e eeuw; een van de vroegste, voorlopig gedateerd tussen 1060 en 1100, ziet er als volgt uit:

Haar vertaling: “Litouwen trok ten strijde tegen de Kareliërs.” Volgens de historicus en archeoloog V.L. Yanin werd dit rapport geschreven in 1069, tijdens de militaire campagne van de Polotsk-prins Vseslav Borisovich tegen Novgorod. Een berkenschorsbrief kan worden gedateerd door de ouderdom te bepalen van de culturele laag waarin deze is aangetroffen. De dendrochronologie helpt daarbij: het tellen van de jaarringen op de boomstammen waaruit houten gebouwen en wegdekken zijn gemaakt, waarvan de restanten zich op hetzelfde niveau van de culturele laag bevinden als de letter. Tijdens de opgravingen in Novgorod werden dendrochronologische tabellen samengesteld, door te raadplegen waarmee het mogelijk is de ouderdom van sommige brieven te bepalen met een nauwkeurigheid van 10-15 jaar. Een andere dateringsmethode is paleografie: analyse van de taalkundige en grafische kenmerken van ‘letters’ van berkenschors. Het is dankzij brieven dat taalkundigen de taal kunnen reconstrueren die door de oude Novgorodianen werd gesproken. De volgende tekst, geschreven in de 13e eeuw, presenteert een van de kenmerken van hun dialect: "tsokane" - een mengsel van C en Ch.

Vertaling: “Van Mikita tot Anna. Trouw met me - ik wil jou [“hotsu” in het origineel], en jij wilt mij; en Ignat Moiseev is hiervan een getuige.” Toegegeven, zoals volgt uit de berkenschors uit de 12e eeuw, niet alle inwoners van het oude Novgorod gezinsleven gelukkig gelukt:

“Van Gostyata tot Vasil. Wat mijn vader mij gaf en wat mijn familieleden mij daarnaast gaven, is van hem. En nu hij met een nieuwe vrouw is getrouwd, geeft hij me niets. Door handen te slaan [d.w.z. als teken van een nieuwe verloving], joeg hij mij weg en nam een ​​ander tot vrouw. Kom en doe mij een plezier.' De auteur van de volgende brief is de jongen Onfim, die zeven en een halve eeuw geleden leefde. Hij beeldde een ruiter af die de vijand versloeg en signeerde de tekening met de handtekening: “Onfime.”

De vijfde letter in onze selectie is een samenzwering tegen koorts (XIV – XV eeuw)

Vertaling: "Sint-Sisinius en Sikhail zaten op de bergen van de Sinaï en keken naar de zee. En er was een geluid uit de hemel, groot en verschrikkelijk. En ik zag een engel uit de hemel vliegen, Sint-Sisinius en Sikhail, handboeien dragend [delen van pantser] van ijs, en in zijn handen hield hij een vlammend wapen vast. En toen werd de zee in beroering, en zeven naaktharige vrouwen kwamen naar buiten, vervloekt van uiterlijk; ze werden gevangengenomen door de macht van de onzichtbare koning. En Sint Sisinius en Sikhail zei..." - helaas, de tekst breekt verder af; de onderste helft van het berkenschorsblad ontbreekt. Alles inbegrepen in De selectie van letters is verenigd door de schrijftechniek. De letters zijn gekrast met een harde staaf - een schrijver - op de binnenste, zachte kant van berkenschors. We kennen slechts een paar berkenbast geschreven met inkt. De laatste letters werden geschreven in het midden van de 15e eeuw: het was toen dat berkenbast werd vervangen door papier. Bij het samenstellen van het materiaal is gebruik gemaakt van scans, tekeningen en vertalingen van op de website gepubliceerde brieven

Toegegeven, er moet worden opgemerkt dat hij de eerste verzameling berkenschorsbrieven weer heeft verzameld eind XIX eeuwse Novgorod-verzamelaar Basilicum Stepanovitsj Peredolski(1833-1907). Hij was het die, na onafhankelijke opgravingen te hebben uitgevoerd, ontdekte dat er in Novgorod een perfect bewaard gebleven culturele laag is. Peredolsky exposeerde de berkenschorsbrieven die hij van de boeren had gevonden of gekocht in het eerste privémuseum in de stad, gebouwd met zijn eigen geld. De berkenschorsletters waren, in zijn woorden, ‘brieven van onze voorouders’. Het was echter onmogelijk om iets te onderscheiden van de oude stukjes berkenschors, dus historici spraken van bedrog of beschouwden de ‘geschriften van voorouders’ als krabbels van ongeletterde boeren. Kortom, de zoektocht naar de ‘Russische Schliemann’ werd geclassificeerd als een excentriciteit.
In de jaren twintig werd het Peredolsky Museum genationaliseerd en vervolgens gesloten. Directeur van het Staatsnovgorodmuseum Nikolaj Grigorievitsj Porfiridov kwam tot de conclusie dat ‘de meeste dingen niet van bijzondere museumwaarde waren’. Hierdoor ging de eerste verzameling berkenschorsbrieven onherroepelijk verloren. Puur Russische geschiedenis.

De sensatie kwam een ​​halve eeuw te laat. Zoals ze zeggen: er was geen geluk, maar ongeluk hielp... Tijdens de restauratie van de stad in de jaren vijftig werden grootschalige archeologische opgravingen uitgevoerd, waarbij middeleeuwse straten en pleinen, de torens van de adel en de huizen van gewone burgers in de dikte van de culturele laag van meerdere meters. Het eerste berkenschorsdocument (eind 14e eeuw) in Novgorod werd op 26 juli 1951 ontdekt op de opgraving van Nerevsky: het bevatte een lijst met feodale plichten ten gunste van een zekere Thomas.

Academicus Valentin Yanin beschreef in zijn boek “Birch Bark Mail of Centuries” de omstandigheden van de vondst als volgt: “Het gebeurde op 26 juli 1951, toen een jonge arbeider Nina Fedorovna Akoelova Ik vond tijdens opgravingen in de oude Kholopya-straat van Novgorod, precies op de vloer van het trottoir uit de 14e eeuw, een dichte en vuile rol berkenschors, op het oppervlak waarvan door het vuil heen duidelijke letters zichtbaar waren. Zonder deze brieven zou je denken dat er een fragment van een andere vissersvlotter was ontdekt, waarvan er tegen die tijd al enkele tientallen in de Novgorod-collectie aanwezig waren. Akulova overhandigde haar vondst aan het hoofd van de opgravingslocatie, Gaide. Andrejevna Avdusina, en ze riep Artemia Vladimirovitsj Artsikhovsky, wat het belangrijkste dramatische effect opleverde. Bij het telefoontje stond hij op een oud trottoir dat werd vrijgemaakt, dat van het trottoir van de Kholopya-straat naar de binnenplaats van het landgoed leidde. En als hij een minuut lang op dit platform stond, alsof hij op een voetstuk stond, met opgeheven vinger, in het volle zicht van de hele opgraving, kon hij niet, stikkend, een enkel woord uitbrengen, en dan met een stem alleen maar onduidelijke geluiden uiten. schor van opwinding riep hij: ‘Ik zat op deze vondst te wachten.’ Twintig jaar!’
Ter ere van deze vondst wordt op 26 juli een jaarlijkse feestdag gevierd in Novgorod - "Birch Bark Letter Day".

Hetzelfde archeologische seizoen bracht nog 9 documenten over berkenschors met zich mee. En vandaag zijn er al meer dan 1000. De oudste berkenschorsbrief dateert uit de 10e eeuw (Troitsky-opgraving), de "jongste" - uit het midden van de 15e eeuw.

Met een spatel werd de was geëgaliseerd en er werden letters op geschreven. Het oudste Russische boek, het Psalter uit de 11e eeuw (ca. 1010, ruim een ​​halve eeuw ouder dan het Ostromir-evangelie), gevonden in juli 2000, was precies dat. Een boek met drie tabletten van 20x16 cm gevuld met was bevatte de teksten van de drie Psalmen van David.

Berkenbastletters zijn daarin uniek, in tegenstelling tot kronieken en officiële documenten, gaf ons de gelegenheid om de stemmen van gewone Novgorodianen te ‘horen’. Het grootste deel van de brieven is Zakelijke correspondentie. Maar tussen de brieven zitten liefdesboodschappen en een dreigement om hem voor Gods oordeel te dagvaarden - een test door water...

De educatieve aantekeningen en tekeningen van de zevenjarige jongen Onfim, ontdekt in 1956, werden algemeen bekend. Nadat hij de letters van het alfabet had gekrast, beeldde hij zichzelf uiteindelijk af als een gewapende krijger die op een paard reed en vijanden verpletterde. Sindsdien zijn de dromen van de jongens niet veel veranderd.

Berkenbastdocument nr. 9 werd een echte sensatie. Dit is de eerste brief van een vrouw in Rus: “Wat mijn vader mij gaf en mijn familieleden mij bovendien gaven, gaat dan naar hem (dat wil zeggen, naar mijn ex-man). En nu hij met een nieuwe vrouw is getrouwd, geeft hij me niets. Nadat hij de handen had geslagen als teken van een nieuwe verloving, joeg hij mij weg en nam de ander tot vrouw. Dit is inderdaad een Russisch aandeel, een vrouwenaandeel...

En hier is een liefdesbrief geschreven aan het begin van de 12e eeuw. (nr. 752): “Ik heb je drie keer een bericht gestuurd. Wat voor kwaad heb je tegen mij dat je deze week niet naar mij toe bent gekomen? En ik behandelde je als een broer! Heb ik je echt beledigd door je te sturen? Maar ik zie dat je het niet leuk vindt. Als het je iets kon schelen, zou je onder de menselijke ogen vandaan zijn ontsnapt en je hebben gehaast... wil je dat ik je verlaat? Zelfs als ik je beledigd heb vanwege mijn gebrek aan begrip, als je me begint te bespotten, laat God en ik je dan beoordelen.’
Het is interessant dat deze brief met een mes werd doorgesneden, de stukken in een knoop werden gebonden en in een hoop mest werden gegooid. De ontvanger heeft blijkbaar al een ander liefje verworven...

Tussen de brieven van berkenbast bevindt zich ook het eerste huwelijksaanzoek in Rus' (eind 13e eeuw): "Van Mikita tot Anna. Volg mij. Ik wil jou, en jij wilt mij. En hiervoor luisterde Ignat (getuige) ... ”(nr. 377).

Een andere verrassing kwam in 2005, toen verschillende berichten uit de 12e-13e eeuw met obscene taal werden gevonden - e... (nr. 35, 12e eeuw)., b... (nr. 531, begin XIII eeuw), p...(nr. 955, XII eeuw), enz.. Zo werd de gevestigde mythe dat we naar verluidt de originaliteit van ons “mondelinge Russisch” te danken hebben aan de Mongoolse Tataren eindelijk begraven.

Brieven van berkenschors gingen voor ons open fantastische feit over de bijna universele geletterdheid van de stedelijke bevolking van het oude Rusland.' Bovendien schreven de Russen in die tijd vrijwel foutloos - volgens de schattingen van Zaliznyak was 90% van de brieven correct geschreven (sorry voor de tautologie).

Van persoonlijke ervaring: toen mijn vrouw en ik tijdens het seizoen 1986 als studenten werkten op de opgraving van Trinity, werd er een brief gevonden die begon met een gescheurde "...Yanin". Na een millennium werd er veel gelachen om deze boodschap aan de academicus.

Terwijl ik door het Novgorod Museum dwaalde, kwam ik een brief tegen die als een goed alternatief kan dienen voor de titel van Yanins beroemde boek ‘I Sent You Birch Bark’. "Ik heb je een emmer steur gestuurd", bij God, het is beter))...

Volgens archeologen is Novgorod-land slaat minstens 20-30 duizend berkenschorsdocumenten op. Maar aangezien ze gemiddeld achttien keer per jaar worden ontdekt, zal het ongeveer anderhalfduizend jaar duren voordat deze hele bibliotheek van onschatbare waarde aan het licht komt.

Een complete set berkenschorsdocumenten werd in 2006 gepubliceerd op de website "Old Russian Birch Bark Letters" http://gramoty.ru/index.php?id=about_site